Als in de krant een bericht op X wordt aangehaald, staat er vaak achter X hoe X voorheen heette. Het gebeurt nu al zo lang dat een mens zich kan afvragen of er nog een krantenlezer over is die niet weet wat X is, maar wel hoe X voorheen heette. En je kunt je ook afvragen waar X alle gratis reclame voor de naamswijziging aan heeft verdiend. Want het schijnt een dure grap te zijn om zoiets tot de wereld te laten doordringen. Vraag het maar aan Radio Klassiek (voorheen Radio 4).
Wat de een allang weet, moet een ander nog te weten komen en je weet nooit wanneer voldoende mensen op de hoogte zijn. Dat laat het gedoe met X zien, maar specialisten vergeten het weleens. Zo schreef de vermaarde musicoloog Carl Dahlhaus dat de geoefende luisteraars rond 1800 wisten hoe het ‘afscheidsmotief’ klonk. Het afscheidsmotief bestaat uit drie dalende tonen: mi re do. Wie het kinderwijsje Un dun dip kent, zingt het zo weg. Met dit motief begint Pianosonate nr. 26 van Beethoven. In de eerste druk staat ‘Das Lebewohl (Les Adieux)’ boven het eerste deel en ‘Le-be wohl’ boven de eerste drie tonen. Kennelijk vertrouwde Beethoven er niet op dat zijn tijdgenoten het afscheidsmotief zouden herkennen.
De sonate draagt de bijnaam Les Adieux. Dat had ook anders kunnen zijn, want het tweede deel heet ‘Abwesenheit’ en het slotdeel ‘Das Wiedersehn’. Maar zo is het nu eenmaal gelopen: de Franse naam voor het eerste deel wappert als een welkomstvlag boven de hele pianosonate.
Is het een tragisch afscheid? Beethoven herdacht het vertrek van aartshertog Rudolph uit Wenen in 1809. Aan de langzame inleiding van ‘Das Lebewohl’ te horen, was Beethoven daar niet blij mee. Maar verderop wordt de muziek sneller en de stemming opgewekter. Soms klinkt ze door de herhaalde hopsakeefiguurtjes op het jolige af. Op een goed moment begeleiden de vrolijke sprongetjes een uitgerekt Le-be wohl en twee daverende akkoorden sluiten het deel kordaat af. Als de kat van huis is dansen de muizen op tafel. Maar misschien wist u dat al.