Toen Prof. Soortkill, de grondlegger van hiphopkenniscentrum Smibanese University, negen was verhuisde hij naar de Bijlmer. Een plek waar veel verschillende culturen samenkomen en de mensen die er zijn opgegroeid onderling Smibanese spreken. Het is een taal opgebouwd uit leenwoorden, bijvoorbeeld uit het Papiaments, Ghanees of Arabisch, hiphoptaal en creatief gehussel met volgorde van letters. ‘Je moet het eigenlijk zien als een soort sociaal akkoord op taalniveau’, zei hij hierover in een uitgebreid interview in deze gids (#15, 2023).
Het Smibanese is levendig als een verkeersplein en werkt verbindend als een buurthuis. Toch werd Prof. Soortkill, kind van Surinaamse ouders, verteld deze ‘straattaal’ los te laten om mee te kunnen draaien in de maatschappij. De parallellen met de koloniale geschiedenis zijn snel getrokken. Zo deed het koloniale bewind er tijdens en vooral na de afschaffing van de slavernij volgens hem alles aan om het volk in Suriname op een dwaalspoor te brengen en daar te houden. ‘Veel mensen zijn opgegroeid met het idee dat wat van hen is, minderwaardig is. Ik begon in te zien dat dit eigenlijk gewoon errors zijn die ons zijn aangeleerd. En dat moeten we reversen.’
Een eerste stap in dat reversen was het schrijven van het Smibanese Woordenboek (2021). Dit woordenboek vormt een handleiding voor de boeken die Prof. Soortkill nog in het vat heeft zitten. Vannacht spreekt hij in Nooit meer slapen over zijn recentste werk: Smibologie. Each one teach one (2023). Aan de hand van zijn eigen levensverhaal vertelt hij in dit boek hoe hiphopcultuur, zwarte bevrijdingsbewegingen en het Smibanese aanleiding kunnen geven tot zelfactualisatie van groepen die de dupe zijn van de nalatenschap van kolonialisme. Een inspirerend betoog om taal als het voertuig te zien, dat je – van dwaalspoor – terug naar huis brengt.