Ma-Magda Boodoe, hoofdkapitein van de Europese marrongemeenschap, legt uit: ‘Binnen onze traditie word je als baby officieel gepresenteerd aan de gemeenschap. Meisjes na acht dagen, jongens na negen dagen. De tweede ceremonie van het volwassen worden vindt plaats rond het twaalfde levensjaar: dan wordt de schaamstreek met een lapje bedekt. In de derde fase wordt ze een jonge vrouw. Ze krijgt dan bescherming in de vorm van een pangi, een geborduurde omslagdoek die om haar middel wordt gebonden. Meestal gebeurt dat als meisjes achttien worden. Ze wordt door de tantes van vaders- en moederskant klaargestoomd en ingewijd in de volwassen wereld. Dat neem je voor altijd mee. Voorop staat dat je je onderscheidt als mooie, bijzondere en unieke vrouw. Dat je niet met jongens bezig bent geweest en geen schaamte over de familie brengt. Meestal vindt het initiatieritueel plaats vlak voor de overgang naar de middelbare school. Of als je ver van huis, buiten het traditionele leefgebied, gaat wonen. Dat komt voor een jonge vrouw neer op een soort aardverschuiving. Als naïef meisje komt ze dan in een totaal andere wereld terecht waarin ze haar eigen weg moet zien te vinden.’
Met een Aukaans-Saramakaanse vader en een Paramakaanse moeder stamt Boodoe, in het dagelijks leven directeur van een Thuiszorgorganisatie, af van drie van de zes marronvolken in Suriname. Ze is ook oprichter van de Gyleli-Academy die cursussen aanbiedt over tradities en rituelen van de marrons. Vanuit haar familielijn werd ze benoemd tot hoofdkapitein van de Europese marrons, de een na hoogste functie binnen het traditionele gezag. ‘Als ambassadeur vertegenwoordig ik onze gemeenschap. Onze stichting zorgt ervoor dat mensen die de Nederlandse cultuur niet kennen, goed beslagen ten ijs komen. Bijvoorbeeld wanneer iemand uit Suriname hier komt wonen of studeren. Dan helpen we bij praktische zaken als onderwijs en zorgverzekering. Ook geven we voorlichting om te voorkomen dat mensen in de schuldsanering terechtkomen.’
Sinds de speech van 19 december waarin premier Rutte excuses aanbood voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden, is volgens Boodoe een maatschappelijk relevante discussie ontstaan onder Surinamers. ‘De laatste tijd zijn er veel krutu’s, vergaderingen, met het traditioneel gezag in Suriname en gezagdragers binnen de Europese Marrongemeenschap. Dan bespreken we hoe we moeten omgaan met het proces van erkenning, excuses en herstel. Gezien onze heldhaftige slavernijgeschiedenis kunnen wij niet langer aan de kant blijven staan. Wij zijn nakomelingen van vrijgevochten marrons, verzetsstrijders. We voelen ons geen slachtoffer; op de eerste plaats komt onze trots.’