Vuistdikke biografieën verschenen er over de in 1995 overleden schrijver W.F. Hermans en talloze artikelen en dissertaties, maar zelden ging het daarin over Hermans als (aard)wetenschapper. Die lacune wordt nu opgevuld door geoloog-schrijver Salomon Kroonenberg. In diens fraaie De aarde volgens W.F. Hermans: de schrijver als geoloog wordt duidelijk hoe concepten uit de geologie doordrongen in Hermans’ wereldbeeld zoals dat zich in zijn oeuvre ontvouwt. ‘Hermans noemt zichzelf “door en door nihilist”, maar zijn visie op de aarde is die van een geoloog,’ schrijft Kroonenberg en citeert: ‘Hier wordt het duidelijk wat onze planeet in werkelijkheid is: een grote steen, inwendig rein, hard, en helder, van buiten wat vuil, slijmerig en versleten. Uit dat vuil, dat slijtagemateriaal (…) is alles voortgekomen: de microben, de planten, de dieren en de mens. (…) Soms veegt de natuur deze steen ergens een beetje schoon (…) De kranten spreken dan over natuurrampen (…) maar eigenlijk is er niets gebeurd: de steen zelf blijft onaangetast.’
Schrijver W. F. Hermans, 1985