Elk instrument heeft zijn beperkingen. Op een trommel kun je geen liedje spelen, een violist kan maar een paar tonen tegelijk strijken, en een pianist kan niet vibreren. De beperkingen verschillen, het ene instrument heeft er meer dan het andere, maar beperkt zijn ze allemaal. Een componist vormt zijn ideeën naar de mogelijkheden van een instrument. Anders wordt een stuk onspeelbaar.
Volgens de componist Ferruccio Busoni gaat er daardoor tijdens het componeren onherroepelijk iets verloren van wat hij ‘de grote gedachte’ noemt. Wie een compositie bewerkt hoort daar rekening mee te houden. Om geen dubbel verlies te lijden moet hij eerst terug naar de grote gedachte, zodat hij die vervolgens kan aanpassen aan de beperkingen van het beoogde instrument. In dat opzicht is componeren en bewerken van hetzelfde laken een pak.
In 1893 maakte Busoni van Bachs chaconne, geschreven voor viool, een bewerking voor piano. Hoe zou Bach zijn grote gedachte hebben vormgegeven als hij de duizelingwekkende virtuositeit van de moderne vleugel had gekend? Dat weet natuurlijk niemand, maar Busoni giste begerig naar het antwoord.
In de oorspronkelijke chaconne wordt een reeks akkoorden herhaald terwijl er ondertussen virtuoze, treurige, heftige en opgewekte liedjes, of zo u wilt variaties, klinken. Op een enkele viool is dat wat veel van het goede, want de violist heeft zijn handen al vol aan de akkoorden. Bach loste het probleem op door in de variaties akkoordtonen te schrappen. Soms blijven er nog twee tonen over, soms alleen de baslijn en soms verdwijnt de akkoordreeks in de schaduw van de melodie. Hij is er dan nog wel, maar je hoort hem bijna niet meer.
Busoni herstelde in zijn bewerking van de chaconne de akkoordenreeks bijna overal in volle glorie. Maar hij ging nog een stapje verder. De ene keer krijgen de akkoorden martelende accenten, de andere keer worden ze tot acht tonen opgeblazen of liggen ze zover uit elkaar dat een pianist beide handen nodig heeft om ze te spelen. Daarnaast vergrootte Busoni de contrasten. In de kalme delen bleef hij trouw aan het origineel, in de drukke passages voegde hij tonen toe, soms weinig, soms veel. Het is haast een nieuw stuk geworden.
Busoni's bewerking is door Friedrich Lips bewerkt voor bajan, een Russische accordeon. En de bajanbewerking bewerkte Vincent van Amsterdam weer voor accordeon. Vanavond laat Van Amsterdam op Radio Klassiek horen hoe de grote gedachte van Bach via deze estafettebewerking klinkt.