VPRO Gids 13

1 april t/m 7 april
Pagina 74 - ‘Lappendeken over de woestijn’

Lappendeken over de woestijn

Radha Ramdhan ,

De Atacama-woestijn in Chili is een van die plekken waar onze wegwerpmode eindigt.

Modestudent María uit Madrid trekt een vies gezicht als ze een glanzend minirokje uit haar garderobe tevoorschijn haalt. ‘Te veel kleur,’ concludeert ze teleurgesteld over haar eerder aangeschafte kledingstuk. Mode, een belangrijk onderdeel in het leven van de 21-jarige fashionista, is niet langer gebaseerd op seizoensgebonden collecties, maar op een constant verlangen naar nieuwe dingen, mede aangejaagd door sociale media. Grote modehuizen spelen hier op in door in rap tempo duizenden nieuwe ontwerpen op de markt te brengen. Kleding verandert zo in een wegwerpproduct. Dat hieraan een prijskaartje hangt is evident, toonde bijvoorbeeld de Arte-documentaire Fast Fashion in 2021. In deze film wierpen de makers onder andere licht op de werkwijze van een textielfabriek in Leicester door daar met een verborgen camera naar binnen te gaan. Ook bevroegen zij in Parijs pakketbezorgers naar hun arbeidsomstandigheden. 

Vanavond verlegt Arte met de reportage Fast Fashion in der Wüste de focus naar een ander treurigmakend gevolg van fast fashion, namelijk de enorme hoeveelheden (ongedragen) kledingstukken die op afvalbergen worden uitgestort. In de uitzending neemt de 38-jarige Chileen Juan José Saldaña de kijker mee naar de Atacama-woestijn in het noorden van zijn land. Daar zijn uitgestrekte bergachtige woestijnvlaktes waar oneindige hoeveelheden gedumpte kledingresten liggen. Heuvels van verbrande kledingstukken worden afgewisseld door hopen kleren die nog nasmeulen van de hitte. Het grootse deel van de kleding is gemaakt van niet-afbreekbaar polyester. Inwoners van nabijgelegen gebieden maken zich zorgen over hun gezondheid en het ecosysteem. De overheid doet niets.

De schatting is dat jaarlijks tussen de 7000 en 30.000 ton modeafval verdwijnt in de Chileense woestijn. De kledingstukken komen voornamelijk uit Europa en de VS. Via de dichtstbijzijnde havenstad, een vrijhandelszone, bereiken die het land. Nog bruikbare kledingstukken van merken als Zara, Primark en Vero Moda komen op de Zuid-Amerikaanse markt terecht. De rest belandt illegaal in de woestijn.

Behalve activist Saldaña en consument María komt ook de 38-jarige Chileense Rosario Hevia, eigenaar van Ecocitex aan het woord. Zij maakt producten van gerecycled textiel. In haar fabriek, waar (ex-)gedetineerde vrouwen werkzaam zijn, wordt textiel van mindere kwaliteit omgevormd tot matrasvulling. Goede kwaliteit wordt op kleur gesorteerd en ge-upcycled naar nieuw materiaal. Maar na twee jaar hard ploeteren is Rosario’s Ecocitex nog niet rendabel.

Het grote publiek heeft nauwelijks of te weinig benul van de onhoudbaarheid van fast fashion. Rosario’s initiatief is hoopvol en de ondernemer is op weg om op lokaal niveau haar doel te bereiken. Wellicht dat het moto ‘buy less, choose well, make it last’ van de recentelijk overleden mode-icoon Vivienne Westwood, die jaren geleden haar schouders zette onder het implementeren van duurzame mode, wereldwijd meer zal beklijven.