Je leest wel eens over muzikanten die niet in hokjes denken. Ze mengen allerlei stijlen en scheppen zo hun eigen stijl die nergens in past. Wel vissen ze vaak in dezelfde vijvers. Klassiek, dance, jazz, latin, rap en rock doen het goed bij de niet-in-hokjes-denkers, terwijl operette, schlagers, twaalftoonsmuziek, kinderliedjes en christelijke hymnen vrolijk worden genegeerd. Het is niet als kritiek bedoeld. Hoe rijk een stijl ook gevuld is, er ontbreekt altijd wel iets. En wie alle stijlen mengt, krijgt een bruine klankbrij.
Aan de andere kant kan het kleinste hokje een enorme rijkdom bevatten. Kwestie van kennis en interesse. De een ziet groen water in een slootje, de ander ontwaart vele soorten plankton. Met muziek is het net zo. Een buitenstaander hoort dance uit de speakers bonken. Een liefhebber merkt hoe vernuftig en smaakvol er noise, dub, breakbeat, chiptune en carnavalsmuziek in is vermengd.
Als een verstokte rock-fan vanavond op NPO klassiek verdwaalt, dan hoort hij een pianist en een cellist klassieke muziek spelen. Ze doen eerst een lang nummer van een kwartier en daarna drie korte nummers, om in rocktermen te spreken. In het eerste deel klinken weemoedige lijnen. De instrumenten wisselen elkaar af, versnellen, vertragen, houden even in, gaan weer door, lopen uit elkaar en vloeien samen. Muziek van satijn, zal de rocker in een poëtische bui misschien denken.
Je kunt je goed voorstellen dat de componist deze muziek op zijn sterfbed zou willen horen. Dat was inderdaad het geval en de componist is Frédéric Chopin. Getuige de overgeleverde schetsen heeft hij eindeloos gezwoegd op zijn Cellosonate in G-klein, opus 65, om het beestje maar bij de naam te noemen. ‘Ik schrijf een beetje en streep veel door,’ schreef hij aan zijn zus.
De schetsen verraden wat hij lastig vond. De voornaamste liedjes stonden al gauw op papier, maar de overgangen kostten hem hoofdbrekens. Dat verbaast de hokjesdenker niet, want Chopin componeerde doorgaans korte stukjes voor piano. Met die kennis is het een kunst op zich om Chopins lange cellosonate neutraal te beluisteren. Je kunt verwachten dat het niet veel soeps is omdat een sprinter ook nooit een goede lange-afstandsloper wordt. Of je hoopt op iets bijzonders omdat je een afkeer hebt van hokjes. Chopin is een groot componist – hij doet nu iets anders – dit wordt prachtig.
U, die niet in hokjes denkt, zal deze sonate onvooringenomen beluisteren. Maar als uw huisgenoten minder ruimdenkend zijn, zeg dan niets en zet stiekem de radio aan opdat zij als verdwaalde rockers kunnen genieten.