VPRO Gids 11

18 maart t/m 24 maart
Pagina 74 - ‘Een stil gebaar ’

Een stil gebaar

Colin van Heezik ,

‘Stilte is geen dode tijd, stilte is muziek,’ zei Marcel Marceau over de kunstvorm die hij zijn hele leven vol overgave beoefende.

Een pantomimespeler kan alles nadoen (‘pantomime’ is een samentrekking van het Griekse pan (alles) en mimos (imitator). De Franse mimespeler Marcel Marceau (1923-2007) zei het mooier: ‘Je kunt alles zijn: de wind, God, een grote man, een kleine man, een bloem, een boom.’ In zijn jonge jaren creëerde Marceau zijn alter ego Bip de Clown: wit gezicht, gestreept truitje, grote operahoed en rode bloem.  Marceau speelde veel legendarische mimegedichten of, in het Frans, mimodrames: korte toneelstukjes, waarvan zijn beroemdste een act van twee minuten is waarin hij het leven van een mens verbeeldt: Adolescence, maturité, vieillesse et mort. Een recensent zei daarover: ‘Hij speelt in twee minuten klaar wat de meeste romanciers in hele boeken niet lukt.’ Een andere Marceau-klassieker is zijn Marche contre le vent (‘Tegen de wind in lopen’) die Michael Jackson inspireerde voor zijn moonwalk.

Het zaadje voor Marceau’s passie werd geplant toen hij met zijn moeder in de bioscoop een film zag van Charlie Chaplin. Later, tijdens de Tweede Wereldoorlog, kwam Marceau’s interesse voor mime hem goed van pas. Hij zat in het verzet, vervalste papieren voor Joodse kinderen om ze uit de handen van de Duitsers te houden. Als hij met een groep kinderen de trein naar Zwitserland nam om ze in veiligheid te brengen, speelde hij mime om de kinderen rustig te krijgen. Nadat zijn vader stierf in een concentratiekamp zou Marceau  zijn hele leven de wereld over reizen met wat hij omschreef als ‘de kunst van de stilte’: pantomime.

‘Stilte is geen dode tijd, stilte is muziek,’ aldus Marceau, op wiens honderdste geboortedag Arte de documentaire Marcel Marceau – L’art du silence toont. ‘Het was een heel zacht iemand, een man van vrede, een grote pacifist,’ zegt zijn dochter Aurélia over Marceau, die zijn kunst ook weleens omschreef als een ‘schreeuw tegen de oorlog.’ Een bijzondere rol in de documentaire is weggelegd voor Marceau’s kleinzoon Louis, een jonge danser (geboren in 2002). Hij treedt soms op met oude beelden van Marceau op achtergrond.  ‘Als ik de man met het witte gezicht speel,’ zei Marceau, ‘dan is dat een poëtisch personage. Het kan een man of een vrouw zijn, is bijna sekseloos’. Pantomime was volgens Marceau een universele kunst, die niet alleen al bestond bij de Grieken en Romeinen maar ook in Japanse en Chinese culturen en in India en Afrika.

‘Er is geen Frans, Duits, Engels, Japans lachen en wenen,’ zei Marceau. ‘Lachen en wenen is het eigene van de mens. Daarom heb je bij pantomime, de kunst van het gebaar, het gevoel heel dichtbij het hart van mensen te komen.’