VPRO Gids 10

11 maart t/m 17 maart
Pagina 74 - ‘Niet denken maar plukken’

Niet denken maar plukken

Martin Kaaij ,

György Ligeti wilde steeds iets nieuws, en dat hoefde niet per se perfect uitgevoerd te worden. Dat is pas écht moeilijk voor de beroepsstrijker.

Muzikanten doen veel dingen tegelijk die allemaal ten koste van elkaar kunnen gaan. Een strijker leest noten, zet een vinger op een snaar, strijkt, luistert naar het resultaat, bedenkt hoe de volgende noot zal klinken en ontspant de schouders – allemaal tegelijkertijd en als het een beetje meezit kan hij ook nog met minieme aanpassingen reageren op zijn collega’s die ondertussen vergelijkbare dingen tegelijkertijd doen. Let iemand te veel op het een, dan gaat er iets anders mis. Daarom automatiseren muzikanten hun handelingen met allerlei oefeningen. Die dienen uiteindelijk achteloos te kunnen worden afgeraffeld. Een strijker heeft een oefening pas volbracht wanneer hij hem sneller kan spelen dan denken.

Of dat allemaal niet genoeg is verzinnen sommige componisten ook nog nieuwe handelingen. Voor György Ligeti was dat een logisch gevolg van een innerlijke behoefte. Naar eigen zeggen probeerde hij steeds iets nieuws te componeren, omdat hij het herhalen van het oude oninteressant vond. Daarbij zij aangetekend dat hij zijn eigen stijl van twee jaar tevoren al oud noemde.

Ligeti’s drang naar het nieuwe leidde in het Tweede strijkkwartet tot allerlei ongebruikelijke microtonen, flageoletten, loopjes, streken en akkoordbrekingen. Bovendien schreef hij vier verschillende pluktechnieken voor: gewoon plukken, de snaar hard op de toets laten slaan, de snaar met de top van de vinger aantikken, en één nagel van de linkerhand zachtjes tegen een trillende snaar aanleggen, zodat er een ratelgeluid ontstaat. Op zichzelf zijn het geen moeilijke handelingen, maar ze moeten wel een veilig plekje in het brein krijgen. Dat kost tijd. Voor de première van het Tweede strijkkwartet deed het LaSalle Quartet er naar verluidt een jaar over om alle nieuwigheid onder de knie te krijgen.

Soms rekent Ligeti buiten de beroepstrots van muzikanten. Dan schrijft hij dat een lastige flageolet niet echt goed hoeft te klinken – een ruistoon is ook goed. Of hij vraagt om het vierde deel op volle kracht en met overdreven haast te spelen. Door dat onbehouwen raggen zal veel stokhaar sneuvelen en raken de snaren onvermijdelijk ontstemd. De losse haren mogen snel weggetrokken worden voordat het vijfde deel begint, maar bijstemmen is uitdrukkelijk verboden. Liever vals dan de spanning van de overgang verliezen, moet Ligeti gedacht hebben. Het zijn geen gemakkelijke opdrachten voor strijkers met gevoel voor eigenwaarde.

Vanavond is Ligetis strijkkwartet in het Avondconcert te horen. Het Dudok Strijkkwartet speelt. We zullen het ze graag vergeven als het vierde deel in al zijn furie toch beheerst klinkt, de onmogelijkste flageoletten feilloos aanspreken en het kwartet even bijstemt voor het vijfde deel.