VPRO Gids 10

11 maart t/m 17 maart
Pagina 42 - ‘Bloody ongelukkig’

Bloody ongelukkig

Hans van Wetering ,

In de historie van rivaliserende koninginnen is het shamen en framen niet van de lucht.

Ze is de geschiedenis ingegaan als ‘Bloody Mary’, maar of dat predicaat Mary Tudor (1516-1558), Koningin Mary I recht doet, laat zich betwijfelen, wordt in de uitzending van Arte duidelijk. Oké, de streng katholieke Mary stuurde zo’n driehonderd protestanten naar de brandstapel, maar executies waren in haar dagen niet uitzonderlijk, en in vergelijking met vader Hendrik VIII, goed voor tienduizenden terechtstellingen (waaronder twee echtgenotes) steekt haar bloeddorst zelfs flets af. Ze liet bovendien achthonderd protestanten naar Europa emigreren.

Haar twijfelachtige reputatie is ook het werk van protestantse politici en van haar opvolger, halfzus Elizabeth I, die goed doorhad dat haar eigen (protestantse) ster helderder zou stralen als ze katholieke Mary post mortem door het slijk haalde: niks ‘Bloody Mary’, zeggen verschillende historici, ‘de ongelukkigste koningin die ooit leefde’, is een betere kenschets.

Terwijl het leven haar aanvankelijk toelachte. De dochter van Hendrik en de Spaanse Catharina van Aragon was een getalenteerd meisje dat hofgasten trakteerde op klavecimbelspel en Latijn tot in de puntjes beheerste. Was vaders oogappel. En dan, op kwade dag, besluit Hendrik echtgenote Catharina in te ruilen voor Anna Boleijn. Als de paus weigert mee te werken, volgt afscheiding van de Rooms-katholieke kerk. Zijn huwelijk met Catherina laat Hendrik ongeldig verklaren. Mary, vijftien jaar dan, is ineens bastaard. Kroonprinses af ook.

Als Mary weigert de scheiding te erkennen, is het helemaal mis. Ze wordt vaak opgesloten in haar kamer, zonder eten, zonder warme kleren. Haar moeder mag ze niet zien. Mary wordt depressief, gekweld door hoofdpijnen en door het besef dat haar liefste wens, een gezin stichten, onbereikbaar was: welke prins immers zou een bastaard trouwen.

Zo is het als in 1553 halfbroer Edward VI, koning geworden na Hendriks dood, onverwacht sterft en Mary koningin wordt. Op zevendertigjarige leeftijd is ze ineens de meest begeerde vrijgezel van Europa. Karel de Vijfde schuift zoonlief Filips II van Spanje naar voren, met als doel Engeland bondgenoot maken in zijn strijd tegen Frankrijk. Op verzoek van Mary wordt een portret van Filips opgestuurd. Mary is meteen verliefd op de tien jaar jongere prins.

De gevoelens zijn niet wederzijds. ‘Ze is ouder dan ons was verteld, helemaal niet mooi, niet gevuld, eerder klein en kwabbig,’ tekent Filips’ secretaris op bij een eerste ontmoeting. Ze heeft geen wenkbrauwen, en vrijwel geen tanden meer.

Twee maanden na de huwelijksvoltrekking is ze zwanger. Het blijkt een schijnzwangerschap. Filips ondertussen is meest in het buitenland, bezig met oorlogje spelen. Mary mist haar man, treurt om haar verloren ‘kind’, treurt om de haat van het volk, dat haar het huwelijk met een katholieke Spanjaard (een Spaanse koning van Engeland!) niet vergeeft.

Filips komt nog één keer buurten, in de zomer van 1557. Opnieuw raakt Mary zwanger. Opnieuw is het een schijnzwangerschap. Het duurt een jaar voor ze dat voor zichzelf toegeeft. Een paar maanden later is ze dood. Gestorven van verdriet, wordt gezegd, vereenzaamd, gepijnigd door het verlies van haar ‘kinderen’ en de volkshaat, en in het besef dat de man aan wie ze haar hart verloor haar niet meer wilde zien.