VPRO Gids 1

7 januari t/m 13 januari
Pagina 83 - ‘Er is altijd hoop’

Er is altijd hoop

Inge ter Schure ,

In een vierdelige documentairereeks reist Sinan Can langs de oevers van de Eufraat, op zoek naar hoopvolle verhalen.

Programmamaker Sinan Can voelde de behoefte om de zachte, hoopvolle en poëtische kant van het Midden-Oosten te laten zien, nadat hij elf jaar lang de camera op conflicten had gericht. In de vierdelige documentaireserie Sinan op zoek naar het paradijs reist hij langs de oevers van de rivier de Eufraat. Van de berg Ararat in Turkije naar ‘het paradijs’, de plek waar de Eufraat en de Tigris samensmelten en waar volgens de overlevering de boom met de verboden vrucht staat.

Samen met documentairemaker Thomas Blom en cameraman Bruce Amende sprak hij mensen voor wie normaal gesproken geen ruimte is in zijn reportages. ‘Het was haast therapeutisch voor mij om deze reis te maken,’ vertelt Can. ‘Omdat mijn ouders in het gebied geboren zijn, maar ook omdat ik weer vertrouwen in de mens wilde krijgen. Natuurlijk, conflicten zullen altijd blijven bestaan, maar de hoopvolle verhalen verdienen ook aandacht. Misschien is dit wel de mooiste reis die ik gemaakt heb.’

In deze tweede aflevering bezoekt Can onder andere een klooster in het zuiden van Turkije, waar hij het verhaal van Bahé hoort: ‘Toen hij zes was vluchtte zijn Aramese moeder met haar kinderen naar Syrië. Maar omdat Bahé een zwakke gezondheid had, liet ze hem achter in een klooster met de woorden: “Wacht op mij, ik kom je halen.” Je raadt het al: ze kwam nooit terug. Bahé heeft 75 jaar lang, dag in dag uit, bij de poort op zijn moeder gewacht. Hij werd de tuinman van het klooster en kwam nooit buiten. En nog steeds niet. Een paar jaar geleden is Bahé overleden, hij ligt begraven in de kloostertuin. Zo’n verhaal over liefde en hoop, dat ontroert me.’  

Tijdens zijn reis stelt Sinan Can steeds dezelfde vraag aan de mensen die hij ontmoet: wat is voor jou het paradijs? Can: ‘Bij de boom met de verboden vrucht ontmoet ik een man met één tand. Hij legt zijn hand op mijn hart en zegt: “Het paradijs is geen plek, het zit in de harten van mensen.”’