VPRO Gids 46

12 november t/m 18 november
Pagina 66 - ‘Rumi-pakket’

Rumi-pakket

Daan Schneider ,

Kader Abdolah schreef een boek voor westerlingen over de grote Perzische literator Rumi. Hij vertelt erover in ‘Nooit meer slapen’.

Titelpagina van het manuscript in zes boeken van Jalal al-Din Rumi

Zoals veel Iraniërs groeide schrijver Kader Abdolah (1954) op in een huis vol verzen van Rumi, een van de groten der Perzische literatuur. Hij kende er tientallen uit zijn hoofd, maar over de man zelf wist hij weinig. De laatste jaren begon hij zich steeds vaker af te vragen: wie was Rumi? Het resultaat: Wat je zoekt, zoekt jou, een boek bestaande uit drie delen: een op historische feiten gebaseerde novelle over het levensverhaal van Rumi, 92 door Abdolah vertaalde gedichten van Rumi en 53 religieuze en volksverhalen uit het Midden-Oosten waar Rumi veel inspiratie uit putte en die de gemiddelde Europeaan niet kent. Kortom, een alles-in-een Rumipakket voor de westerse lezer.

In de inleiding beschrijft Abdolah hoe hij zich afvroeg wat hij nog kon toevoegen aan de stapels boeken over Rumi die op zijn bureau lagen. ‘Toen schoot opeens mijn eigen persoonlijke levensloop me te hulp. Een levensloop gekenmerkt door de vlucht. Door deze nieuwe blik kon ik een Rumi zien die anderen niet gezien hadden: een Rumi op de vlucht.’

Abdolah ontvluchtte Iran in 1985 als politiek dissident en kwam in 1988 in Nederland terecht. En Rumi (1207-1273) vluchtte ook. Toen de Mongoolse koning Dzjenghis Khan het Perzische rijk binnenviel en een pad van vernieling achterliet werd Rumi op jonge leeftijd halsoverkop meegenomen door zijn vader, een gewaardeerd soefi-mysticus uit Balkh, in het huidige Afghanistan. Wat volgde was een lange reis westwaarts langs onbekende oorden, die door Abdolah in geur en kleur wordt naverteld. De wereld opende zich voor Rumi. Hij leerde ‘de denkers van zijn tijd en geleidelijk aan de wereld van zijn tijd’ kennen en werd ‘wie hij moest worden’.

In zijn poëzie combineerde Rumi moeiteloos het goddelijke met het aardse. Hij schreef talloze gedichten die god prijzen – zijn magnum opus de Masnavi wordt soms de ‘Perzische koran’ genoemd – maar net zoveel verzen over natuurschoon, de dood, gemis, verlangen en vooral: de liefde. In de woorden van Abdolah: ‘In zijn poëzie presenteert Rumi de mens voor alles wat hij is. Wie van lezen houdt, wie over het bestaan nadenkt, moet Rumi leren kennen.’