De liefde voor de drie sinaasappelen, De vrouw zonder schaduw, Einstein on The Beach, of toch maar De neus. Mysterieuze operatitels doen het goed in de muziektheaterzalen. Ze zinderen lang na in het consumentengeheugen en geven vooraf niets prijs van de inhoud. The Turn of the Screw is er ook zo eentje. Benjamin Britten baseerde zijn kameropera op het gelijknamige griezelverhaal van Henry James uit 1898. ‘Het aandraaien van de schroef’ is een al te letterlijke vertaling. De uitspraak the turn of the screw slaat terug op een gruwelijke martelpraktijk uit de inquisitietijd. De Britten gebruiken de zinsnede vooral voor een actie die een hopeloze situatie alleen nog maar verslechtert. Nederlandse vertalers van James’ novelle kozen in het verleden voor pakkendere titelvertalingen als In de greep en De onschuldigen. Griezelen onder wurgende hoogspanning.
Henry James’ roman behoort tot de gouden Britse verteltraditie van de gothic novel: elkaar de stuipen op het lijf jagen bij een knapperend haardvuurtje. In het verhaal volgen we een gouvernante van twee weeskinderen op een afgelegen landgoed. Ze is ervan overtuigd dat kwade geesten huis en haard bedreigen. Welke gruwelen hebben hier plaats gevonden en zijn de kinderen echt zo onschuldig als ze lijken? Typisch zo’n oervertelling waar filmregisseurs ook al decennia garen bij spinnen.
Benjamin Britten was verzot op de psychologische horror van Henry James’ spookverhalen. Als operacomponist neem je graag een frisse duik in de verwarde, sinistere spelonken van de ziel. In 1971 zou hij James’ bovennatuurlijke vertelling Owen Wingrave nog omtoveren in een tv-opera, maar meer faam verwierf Britten met zijn eerdere The Turn of the Screw (1954). Het intieme, bijna huiselijke karakter van Brittens opera trekt de luisteraar trefzeker het verhaal binnen. Zoals vaker mixt Britten op handige wijze tonale en atonale klankwerelden. In The Turn of the Screw werpen onheilszwangere akkoorden behoedzaam licht op de door angst verscheurde zielen. Maar Britten is nooit een hardcore avant-gardist geweest. Hij schreef een spookopera van een opvallende tederheid en melodische klankschoonheid. Hoogtepunt is de geliefde aria ‘How beautiful it is’ van een nog montere gouvernante. De schrik slaat echter snel toe. Vanavond wordt Brittens griezelkabinet opgetuigd door het Budapest Festival Orchestra en dirigent Iván Fischer. Sopraan Miah Persson als gouvernante zet haar stembanden alvast in paniekstand.