Samen met blaadjes rucola en geroosterde pijnboompitten was de zongedroogde tomaat decennialang hét symbool van culinaire finesse in Nederland. Met de ogen dicht was je bijna in Toscane. Inmiddels heeft het gerimpelde tomaatje uit pot iets van zijn vettige glans verloren. In restaurants komen we hem nog maar weinig tegen. Toch is hij in het Nederlandse huishouden nog steeds vaste prik. Maar hoe zit dat eigenlijk, worden ze nu écht in de zon gedroogd? KRO-NCRV’s Keuringsdienst van waarde zoekt het, op veler verzoek, uit.
Hoe komen jullie op zongedroogde tomaten?
Eindredacteur Maarten Remmers: ‘Op onze website kunnen mensen suggesties insturen voor een onderwerp. Niet alles is even bruikbaar, maar van alle tips staat al jarenlang op één: zongedroogde tomaten. Alleen moet er wel een verhaal inzitten, alleen een ja/nee-antwoord is niet genoeg voor een aflevering. Maar dat bleek er wel te zijn, dus besloten we er toch maar eens in te duiken voordat die dingen uit de mode zijn.’
Zijn ze daar nog in dan?!
‘Nou in de Randstad misschien niet, maar elders vinden ze nog steeds gretig aftrek. De supermarkten staan er in ieder geval nog steeds vol mee. En blijkbaar willen mensen dit toch graag weten.’
En, zat er een verhaal in?
‘Allereerst bleek dat die dingen niet in Italië worden gedroogd. Terwijl die schijn toch wel gewekt wordt. Op kleinschalige productie in Sicilië na, komen alle zongedroogde tomaten uit Turkije. Blijkbaar zijn ze met een Turks label minder aantrekkelijk dan als ze onder de Italiaanse zon hebben liggen te drogen. Dat is feitelijk geen fraude, omdat ze in Italië in het potje worden gestopt met olie en kruiden.’
Zijn jullie nog naar de tomaten toe gegaan?
‘Ja! Onze verslaggever Ersin Kiris is naar Turkije gereisd. De tomaten liggen daar in gigantische hoeveelheden in de zon te verschrompelen op de grond. Voetbalvelden vol. Dus wat nou als het regent? En hoe zit het met insecten?’
Oh jee
‘Nou het is niet één grote insectenboel hoor. Maar we hebben wel sporen gevonden. Alleen is dat helemaal niet erg, je krijgt er niks van.’