‘Onze tijd wordt beheerst door drie grote thema’s: klimaatverandering, de crisis van de neoliberale wereldorde en migratie.’ Dat schrijft romancier, toneelschrijver, dichter en essayist Stefan Hertmans (1951) in Verschuivingen (2022), een essaybundel waarin de auteur zijn licht laat schijnen over ‘onze moeilijk te ontcijferen actualiteit – en de verschuivingen die we elke dag voelen zonder ze te kunnen duiden.’ We zijn allemaal getuigen, schrijft Hertmans, ‘ook al weten we slechts heel gedeeltelijk waarvan’. Toch waagt hij zich, in zijn beeldende, ietwat gedragen stijl, aan een analyse van eigentijdse fenomenen zoals shaming and blaming op social media: ‘De onzichtbaar geworden wand tussen intimiteit en openbaarheid veroorzaakt overal schaafwonden,’ schrijft hij bijvoorbeeld, en : ‘Niets houdt zijn oorspronkelijke glans dat in het uitstalraam moet liggen verbleken.’
Hertmans was al jaren een grote naam in de literatuur van de lage landen, toen hij pas echt doorbrak met Oorlog en terpentijn (2013): een roman die Hertmans naar eigen zeggen baseerde op aantekeningen van zijn grootvader tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hertmans’ opa, die zijn kleinzoon ook leerde schilderen, zou hem het aantekeningenboekje op zijn sterfbed hebben gegeven. Oorlog en terpentijn werd meer dan 100.000 keer verkocht, in vele talen vertaald en bezorgde Hertmans de Ako Literatuurprijs en een nominatie voor de International Booker Prize. Maar al snel kwam Arnon Grunberg in NRC met een spannende visie op Hertmans’ bestseller : ‘Literair wordt Oorlog en terpentijn pas werkelijk interessant als we de theorie hanteren dat we met een vervalsing te maken hebben, waarbij Hertmans zelfs de schilderijen die van zijn grootvader zouden zijn en die in het boek zijn afgedrukt eigenhandig heeft geschilderd.’
Hertmans zei later in een interview met NRC dat Oorlog en terpentijn ‘voor tachtig procent waar’ was, maar zei er ook bij dat literatuur geen feiten beschrijft. ‘Literatuur gaat over ervaringswaarheid.’ Daarbij vindt Hertmans niet dat je als schrijver iets zelf ervaren hoeft te hebben, om er goed over te kunnen schrijven. Literatuur draait in zijn ogen juist om empathie, het vermogen je – als lezer of schrijver – in een ander te verplaatsen. ‘Het verst ben ik gegaan met Antigone in Molenbeek,’ zei Hertmans over de toneeltekst die hij schreef in 2020. ‘Daar kruip ik in de huid van een jonge, intellectuele moslimvrouw die aan de Brusselse Universiteit studeert en haar broer, die in een bodybag in een mortuarium ligt, terug wil. De actrice die de rol van Nouria speelde, zei in een interview verbaasd te zijn dat een oude witte man haar gevoelens zo treffend wist weer te geven.’