VPRO Gids 42

15 oktober t/m 21 oktober
Pagina 42 - ‘Vete in Verona’

Vete in Verona

Martin Kaaij ,

Vincenzo Bellini gaat door voor de eerste Italiaanse componist die operateksten serieus nam. Vandaag zijn opera I Capuleti e i Montecchi.  Romeo-en-Julialibretto van Felice Romano.

Vicenzo Bellini door Jean-François Millet, c.a. 1935

In Die Florentinische Nächte schetste Heinrich Heine een even geestig als onbetrouwbaar portret van de componist Vincenzo Bellini. Ze kenden elkaar van feestjes in Parijs. Bellini was volgens Heine een dunne, lange man met vage, regelmatige trekken, blond haar en lichtblauwe ogen, koket en altijd tot in de puntjes gekleed. Op dit enigszins karakterloze gezicht  (‘etwas wie Milch’) had hij zich een uitdrukking van oppervlakkig lijden aangemeten. Zijn pose viel in de smaak bij vrouwen. Mannen vonden hem eerder vreugdeloos en ongenietbaar.

Bellini sprak slecht Frans, maar had dat niet goed door. Onverstoorbaar verhaspelde hij woorden en zinnen en maakte zo een onbegrijpelijke brei van een eenvoudig verhaal. Zijn toehoorders richtten ondertussen de aandacht op hun schoenen om niet in lachen uit te barsten. Pas nadat Heine hem al jaren kende, zag hij in dat Bellini eigenlijk een goedmoedig mens was met kinderlijke trekjes, zoals je dat wel vaker hebt bij genieën.

Heine zwijgt erover, maar andere tijdgenoten wijzen op een onaangenaam trekje van Bellini. Hij had de gewoonte om collega-componisten neer te sabelen. De weke romanticus was ook een nijdig criticus. Over het hoe en waarom van beide kanten van zijn karakter wordt in de boeken naar hartenlust gespeculeerd.

Maar over zijn gebrekkige taalgevoel is men het eens. Uit brieven blijkt dat ook zijn Italiaans vol fouten zat. Dat is opmerkelijk, want Bellini gaat door voor de eerste Italiaanse negentiende-eeuwse componist die operateksten serieus nam. Hij wilde dat de sfeer en opbouw van tekst en muziek zoveel mogelijk samenvielen. Hij frommelde dus niet het belangrijkste woord van een zin ergens halverwege de maat wanneer dat beter uitkwam voor de muziek, zoals gemakzuchtige collega’s wel deden. Bovendien was Bellini zuinig met coloratura, het eindeloze gekwetter op een enkele lettergreep waarmee tekenfilmsopranen het kristal doen springen.

Een andere nieuwigheid was dat Bellini aria’s componeerde die zich ontwikkelen aan de hand van de tekst. Wanneer de woorden bijvoorbeeld allengs dramatischer worden, werkt ook de muziek naar een climax toe. Dat lijkt gewoon, maar zijn collega’s vergaten het nog al eens in hun zoektocht naar mooie melodieën.

Vanmiddag is op Radio 4 I Capuleti e i Montecchi te horen, Bellini’s opera over twee ruzieënde politieke groeperingen. De baas van de ene heet Romeo; de dochter van de baas van de andere Giulietta. Een vertrouwd stelletje, maar deze opera over Romeo en Julia is niet gebaseerd op het toneelstuk van Shakespeare. Bellini gebruikte een tekst van Felice Romano die net als Shakespeare het verhaal via enkele tussenstations leende van Matteo Bandello, die het in de zestiende eeuw bedacht.

Bellini componeerde I Capuleti e i Montecchi in twee maanden. Niet veel voor een fikse twee uur muziek. Hij klaarde de klus door muziek uit een geflopte opera te hergebruiken. Dat kan grofweg op twee manieren. Een componist past nieuwe woorden op bestaande muziek. Of hij selecteert de beste muziek en laat daarop een nieuwe, goed lopende, dramatisch verantwoorde tekst schrijven. Het was niet te achterhalen hoe Bellini het aanpakte, maar gezien zijn haperende taalgevoel was de laatste werkwijze wel zo verstandig.