VPRO Gids 41

8 oktober t/m 14 oktober
Pagina 58 - ‘Altijd het haasje’

Altijd het haasje

Ela Çolak ,

‘Andere Tijden’ bekijkt de Tweede Wereldoorlog vanavond door de ogen van kinderen.

Een jongen krijgt nieuw speelgoed na evacuatie uit Rotterdam tijdens WOII

Het is november 1941, anderhalf jaar na de invasie van de Duitsers, en onder grote belangstelling vindt de intocht van Sinterklaas plaatst. De bezetter deelt speelgoed uit aan Rotterdamse kleuters, van wie de huizen door Duitse bommen zijn verwoest, en buiten op straat dollen de Duitse soldaten wat met Nederlandse kinderen.

In de Andere Tijden-special Kinderen van de rekening (ntr) zien we hoe de Duitsers zich aan het begin van de Tweede Wereldoorlog presenteerden als kindervrienden. In 1942 sloeg de sfeer om: Joodse kinderen moesten naar een speciale Joodse school en een Davidster gaan dragen. Een paar maanden later werden ze opgeroepen voor een ‘werkkamp’ in Polen.

WOII vanuit het perspectief van kinderen is geen makkelijke kost. De beelden van Joodse baby’s die gescheiden worden van hun ouders, die zich in Amsterdam moeten melden voor deportatie, zijn tachtig jaar later onverminderd huiveringwekkend. De bijzondere archiefbeelden en knappe montage van deze special zorgen er echter voor dat je blijft kijken.

Ook fragmenten van kinderen die tijdens de hongerwinter van ’44 – ‘45 op blote voeten in de rij bij een gaarkeuken staan, om naderhand de vrijwel lege emmers af te likken, blijven naderhand nog door je hoofd spoken. Temeer omdat we weten dat dit voor miljoenen kinderen nog steeds de realiteit is. Volgens regisseur Hein Hoffmann was dat ook de aanzet voor deze special. Hoffmann: ‘De beelden van Oekraïense kinderen, die in de afgelopen maanden werden verdreven, staan bij ons allen op het netvlies. Wij hebben hetzelfde meegemaakt in Nederland en ook toen zagen we dat kinderen altijd het haasje zijn.’

Hoffmann mag zichzelf intussen een deskundige noemen op dit vlak: hij maakte onder meer de serie 13 in de oorlog (2009), over Nederlanders die op dertienjarige leeftijd WOII hebben beleefd. Ook van zijn vader kreeg Hoffmann levendige herinneringen mee: ‘Mijn vader zag de beelden van kinderen die tijdens de hongerwinter soep van aardappelschillen dronken, en zei: dat was ik.’

Iets minder bekend is de nasleep van de oorlog. Nadat de geallieerden in 1945 ons land hadden bevrijd, kwamen er naar schatting nog honderden kinderen om het leven door Duitse mijnen. Hoffmann: ‘In Scheveningen, waar mijn vader woonde, mochten kinderen niet naar het strand, omdat de duinen er vol mee lagen. Er is zelfs een griezelig spotje gemaakt om kinderen te waarschuwen. Het kostte natuurlijk tijd om de naar schatting zes miljoen mijnen in ons land weg te halen en dat heeft helaas nog tot een hoop tragedies geleid.’