De biografie van de Afro-Amerikaanse soulzanger Teddy Pendergrass (1950-2010) komt over als een typisch Hollywoodverhaal, vol drama, intrige en seks. Het begint met een arme jeugd in een getto van Philadelphia. Teddy ontmoet zijn vader welgeteld één keer voordat de man tijdens een ruzie wordt neergestoken. In de pinksterkerk ontdekt hij zijn talent om al zingend een menigte op te zwepen. Dan volgt al snel het eerste succes, als leadzanger van de soulgroep The Blue Notes, met wereldhits als Wake Up Everybody en If You Don’t Know Me By Now. Maar het rommelt in de groep: oprichter Harold Melvin eist alle aandacht en inkomsten op, en dreigt met geweld als Pendergrass solo wil gaan.
Het is sowieso geen gezellig wereldje, de popscene van Philadelphia in de jaren zeventig. Kort nadat Pendergrass voor zichzelf begint, wordt zijn manager en vriendin Taaz Lang door lokale gangsters doodgeschoten. En als hij buiten het geijkte zwarte circuit gaat optreden, leidt dat weer tot bedreigingen. Dan is er nog de racistische politie, die hem constant in de nek hijgt.