VPRO Gids 39

24 september t/m 30 september
Pagina 42 - ‘‘Máákelijk záát’’

‘Máákelijk záát’

Colin van Heezik ,

Hetty Nietsch maakte een verrassend documentaireportret van volkskomiek Tineke Schouten, die al veertig jaar op eigen kracht volle zalen trekt. 

Tineke Schouten

‘Gewoon een lieve vrouw die haar publiek een leuk avondje uit wil bezorgen,’ zo typeerde Theaterkrant cabaretière Tineke Schouten in 2018. Dat beeld komt ook naar voren in De vele gezichten van Tineke Schouten, maar de kracht van de documentaire is dat maker Hetty Nietsch verder kijkt. Dieper graaft, dichterbij komt. ‘Ik ben deze film niet gaan maken omdat ik een fan was,’ aldus Nietsch, die eerder Sonja Barend, Paul Witteman en Youp van ’t Hek portretteerde. ‘Ik vond het juist leuk me te verdiepen in een artiest wiens werk ik niet goed kende en die niet zo salonfähig is. Inmiddels is mijn bewondering gegroeid. Schouten schrijft alles zelf en trekt al veertig jaar volle zalen, geheel op eigen kracht.’

Nietsch geeft een fascinerend kijkje in de keuken bij het succesvolle vermaakfabriekje Tineke Schouten: de typetjes, de pruiken, het razendsnelle verkleden. ‘Soms denk ik wel eens: het is simpel wat ze doet op het toneel,’ zegt Schouten over zichzelf in de documentaire, ‘Maar Toon Hermans en André van Duin, dat is in wezen net zo simpel. Daar zít de humor juist.’

Die humor schuilt ook vaak in de taal, de woordspeligheid waarin Schouten zo bedreven is. Daarmee weet ze zelfs over een tragische gebeurtenis zoals de amputatie van een been bij haar echtgenoot een grappig en ontroerend liedje te schrijven: ‘wil je me pijpen / korter maken’. Ondertussen pelt Nietsch behendig lagen af, wat soms echo’s oplevert van John Appels André Hazes, Zij gelooft in mij. Achter het typetje zit een gedreven artieste, die zich soms miskend voelt. En daarachter een vrouw met een stoomstrijkijzer. ‘Dat strijken, daar zit alles in,’ zegt Nietsch – doelend op, onder andere, Schoutens afkomst. ‘Haar ouders hadden een supermarkt, haar moeder stond ’s avonds schorten te strijken.’

Nu strijkt Schouten wasmanden vol, voor de gezinnen van haar dochters – als ze niet op de planken staat om een Utrechts typetje te vertolken, haar oerpersonage. Ze stopt altijd ‘veel a’tjes’ in haar teksten, vertelt Schouten in de documentaire: ‘Máákelijk záát, tráámeláánt.’ Zo componeerde ze haar meest hilarische sketches, waarvan Nietsch’ film er weinig bevat. ‘Dat zou ten koste gegaan zijn van de rest,’ zegt Nietsch. ‘Ik heb maar een uur om de artieste en de mens daarachter te tonen. Sketches kunnen mensen op internet terugkijken. Ken je die van de sekslijn? Bij Schouten vind ik: hoe ordinairder het wordt, hoe leuker het is.’