VPRO Gids 34

20 augustus t/m 2 september
Pagina 49 - ‘Arm en armer’

Arm en armer

Tara Lewis ,

Schrijver en journalist Jonah Falke vertelt over zijn jongste boek, dat gaat over de toenemende armoede.

‘Nieuwsgierig en argwanend keek hij even in de wereld rond, maar nu ligt hij alweer één meter diep onder de grond.’ Deze tekst mag op zijn grafsteen komen, zegt schrijver, kunstenaar en muzikant Jonah Falke als het hem door De Gelderlander wordt gevraagd. Falke werd in 1991 geboren in Ulft, in de Achterhoek. Hij studeerde fine art painting in Enschede, bracht tussen het exposeren in binnen- en buitenland door een plaat uit én schreef zijn debuutroman, Bontebrug, (2016). Daarna volgden nog De mooiste vrouw van de wereld (2019) en Dagboek uit Zundert (2020).

In 2018 begon hij met schrijven voor De Gelderlander, waar hij vaste columnist is. Later volgden verhalen voor Vrij Nederland (zoals: Hoe schrijver Jonah Falke van het vmbo in een hoogopgeleide bubbel belandde), kunsttijdschrift See All This, De Correspondent, ELLE, HP/De Tijd en columns voor Nooit meer slapen, waar hij vanavond te gast is.

Vorig jaar tekende hij in een tijdsbestek van drie weken maar liefst twee boekcontracten. Eentje bij uitgeverij Thomas Rap: De geschiedenis van mijn sok, over zijn familiegeschiedenis en de tweede bij Vrij Nederland, dat zijn lijvige essays voor het tijdschrift over armoede verzameld uitgeeft. Voor Van armoede, reportages over het leven in de schaduw van de welvaart, dat deze week verschijnt, ging Falke onder meer op stap met een maatschappelijk werker in de armste buurt van Arnhem en liep hij twee maanden mee met armoedeminister Carola Schouten.

Falke heeft een typerende manier van schrijven, waarbij hij de journalistieke wet dat ‘ik’ niet bestaat, aan zijn laars lapt. Hij beschrijft uitgebreid zijn observaties (‘In Immerloo zie je de striae van de ‘vooruitgang’. De snelle groei veroorzaakt scheuren. De wereld is ingewikkelder en bureaucratischer geworden en niet iedereen kan mee.’) Ook het portret van Schouten wordt met deze methodiek van ‘kleur’ voorzien (‘De minister luistert en fronst, maar zonder rimpel. Alles aan Schouten toont begrip, maar ze zegt niks toe.’ ‘Ze lacht zoals slimme maar verlegen mensen dat kunnen: een soort ingehouden gegniffel terwijl ze naar de grond kijkt.’)