‘Een bezoek aan de Cosquer-grot is een levensbepalende ervaring,’ zegt archeoloog en duiker Luc Vanrell. ‘Er is een voor en een na.’ Sinds 1995 leidt de 62-jarige Vanrell het onderzoek naar de grot nabij Marseille. De 30.000 jaar oude grot werd in 1985 ontdekt door Henri Cosquer. Hij was hoofd van de duikclub in het badplaatsje Cassis en ging vaak duiken in de Calanques, de paradijselijke inhammen tussen Marseille en Cassis. Op een van zijn tochten ontdekte hij aan het einde van een onderwatertunnel de unieke grot met honderden afbeeldingen van dieren – paarden, bizons, kwallen, pinguïns.
Aanvankelijk liet Cosquer de grot alleen aan vrienden en bekenden zien, in het geheim. Maar in september 1991 stierven drie duikers tijdens een poging de grot te bezoeken. Dat bracht Cosquer ertoe zijn ontdekking officieel te melden bij het Franse ministerie van Cultuur. Een paar weken later werd archeoloog Jean Courtin, die ook goed kon duiken, gevraagd met Cosquer de grot te bezoeken. Die beschrijft dat nu, terugblikkend, als een magische ervaring. ‘Jullie hebben vast Alice in Wonderland gelezen,’ zegt Courtin, verwijzend naar de spiegel uit Alice Through The Looking Glass. ‘Je zwemt door het vagevuur van de tunnel en dan steek je je hoofd boven het water uit en ben je aan de andere kant van de spiegel.’