In Housewitz volgt Hoogendijk het leven van haar moeder vijftien jaar lang zoals dat zich tussen de vier muren van haar woning afspeelt. Eerst met een filmcrew, maar na een paar jaar heeft Lous daar geen zin meer in. ‘Je moet een webcam neerzetten en continu opnemen,’ zegt ze tegen haar dochter aan de keukentafel. ‘Dan krijg je de echte mij te zien.’ In de volgende scene – 18:00 uur, CAM 1 – staat Lous een boterham te smeren aan het aanrecht. ‘Ik wou dat ik dood was,’ mompelt ze in zichzelf, ‘maar gelukkig heb ik wel goed geslapen.’
Lous kijkt naar afleveringen van Die schönsten Bahnstrecken op een van haar vijf televisie- en computerschermen, of luistert naar de Mattheuspassion of DJ Tiësto met haar koptelefoon op in bed. Ze naait, voert haar kat, tikt een boodschappenlijstje op de computer. Samen met haar kinderen herdenken op 4 mei wil ze niet, want ‘het is mijn oorlog, niet die van jullie. Ik ben in Westerbork, de hele dag al. Het is zo’n onverwerkte troep.’
Housewitz is een openhartig, ongegeneerd portret van een ‘Jiddische mama’ en haar eenzame huishouden. De oorlog staat er altijd op de stoep, en soms komt ’ie even binnen. Maar naar buiten lopen om ’m voor eens en altijd weg te sturen, kan Lous niet.
Housewitz ging in 2021 op het Idfa in première en werd met speciale vermelding genomineerd voor de Idfa Award for beste Nederlandse film.