VPRO Gids 28

9 juli t/m 22 juli
Pagina 123 - ‘Doorgeladen repeteertonen’

Doorgeladen repeteertonen

Martin Kaaij ,

In het eerste deel van Sjostakovitsj’ Vierde symfonie wordt een geladen sfeer bereikt met veel herhaaltonen.

Dimitri Sjostakovitsj 1950

Tijdens de repetities van zijn Vierde symfonie kreeg Dmitri Sjostakovitsj van hogerhand te verstaan dat hij en het voltallige symfonieorkest van Leningrad een première niet zouden overleven. Het was 1936 en Stalins Grote Zuivering was in volle gang.  Sjostakovitsj koos eieren voor zijn geld en trok de symfonie terug. Dat was volgens de componist Benjamin Basner de reden dat het stuk ongespeeld in de kast verdween. Er doen ook andere verklaringen de ronde voor het annuleren van het concert. De dirigent was slecht voorbereid; onwillige muzikanten maakten een potje van de repetities; er was wel officiële druk maar geen doodsbedreiging. En in de krant stond dat Sjostakovitsj spijt had gekregen van zijn megalomane stijl.

Veiligheidshalve bleef de Vierde symfonie lang in de kast liggen. In 1956 verklaarde Sjostakovitsj nog dat hij haar had afgedankt wegens gebrek aan kwaliteit. Pas in 1961 durfde men de symfonie in Rusland uit te voeren. Sjostakovitsj werd toen gevraagd om de noodzakelijke verbeteringen door te voeren, maar hij veranderde geen noot.

Vanavond is de Vierde symfonie op Radio 4 te horen. Ze begint ‘allegretto poco moderato’, wat in het muziekitaliaans twee keer vrijwel hetzelfde betekent: vrij snel vrij snel: Of iets preciezer vertaald: levendigjes (allegretto) en een beetje gematigd snel (poco moderato). Onbezorgde wijsjes als ‘Hannes loopt op klompen’ of ‘Er staat een paard in de gang’ worden allegretto gezongen.

Maar vanaf de allereerste toon is duidelijk dat Sjostakovitsj een andere sfeer voor ogen had. Het orkest geeft meteen vol gas. Boven alles uit krijsen twee piccolo’s en een es-klarinet, drie schattige kleine blaasinstrumenten die een oorverdovende herrie kunnen maken. Het zijn de winterkoninkjes van het orkest.

Opvallend is dat Sjostakovitsj deze geladen sfeer in het hele deel weet vast te houden, ook in zachte passages, voor drie hobo’s bijvoorbeeld, of voor de hoorn en de harp samen. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is de toonsherhaling. Let maar op de pauk die na een minuut of vijf aan een reeks van honderddertig gelijke tonen begint en eindigt met enkele enorme soloklappen. Het is zo maar een opvallend voorbeeld. Want toonsherhaling zit overal. Luister en huiver!