VPRO Gids 26

25 juni t/m 8 juli
Pagina 131 - ‘De oorlog in alles’

De oorlog in alles

Hans van Wetering ,

‘Kan ik mij bevrijden van een oorlog die voor mijn geboorte al afgelopen was’ is de vraag waarop Batya Wolff in de documentaire Vastgelegd het antwoord zoekt.

Tante Elly

Batya Wolffs vader Max is veertien jaar als de oorlog uitbreekt. Met zijn ouders weet hij weg te komen, zijn twee zusters en zwager daarentegen worden opgepakt en zullen, zoals veel familieleden, de oorlog niet overleven. In 1944 neemt hij als tolk deel aan de bevrijding van Europa, ziet de gruwelen van Bergen-Belsen. Terug in Nederland sticht hij een gezin. Hij koopt een camera en begint het gezinsleven vast te leggen. Niet af en toe wat verjaardagskiekjes, rigide legt hij alles vast.

Het fotograferen was een manier om met oorlogstrauma’s om te gaan, is de premisse van de film, het zorgde er zo tegelijk ook voor dat de oorlog altijd aanwezig bleef in het gezin. In elke klik zat een stukje oorlog. Ook al zag je op de foto dan stralende kindergezichtjes van Batya en haar twee zusjes afgebeeld, in elk kiekje school de dood, hielden die omgekomen tantes zich op, de 289 familieleden die verdwenen.

De dood was voor Batya’s gevoel zelfs aanwezig in de films die haar vader maakte van de eerste weken van zijn dochters, films die hij van begin tot einde ensceneerde. ‘Toen ik die film voor het eerst zag had ik het gevoel: die film gaat over iemand die dood is, terwijl het een film is van het begin van mijn leven,’ zegt Batya tegen haar vader: waarom is dat?

Geen reactie.

Het fotograferen en filmen, het vastleggen in boeken is misschien ook wel een manier om er niet over te hoeven praten. Zoals hij ook niet thuis geeft als de dikke boeken op tafel komen waarin hij de geschiedenis van zijn familie heeft vastgelegd. Als zij zegt dat zij ook zijn pijn in zich draagt, reageert hij met: ‘ja, vind ik niet erg, dan hoef ik het niet alleen te dragen’, en bladert snel verder. ‘En ik dan?’ dringt Batya aan. Haar vader bladert verder: ‘En dan heb je hier de brief van Tante Fiet…’