Boekentips

Met zo’n nietszeggende titel als Arc (Wereldbibliotheek) kan het alle kanten uit. Gelukkig heeft Richard Osinga maar weinig pagina’s nodig om je bij de kladden te grijpen. Wat hebben een Amerikaanse geheugenonderzoeker, een Amsterdamse neuroloog en een vijftiende-eeuwse mystieke Indiase dichter gemeen? Op het eerste gezicht niets, maar uiteindelijk alles. Ingenieus vervlecht Osinga deze drie verhaallijnen tot een wetenschappelijk-spirituele pageturner die je tot de laatste pagina in zijn greep houdt. De gekmakende Indiase drukte en hitte zijn voelbaar en de scènes die zich afspelen in de kelders aan de Ganges, waar leden van de kannibalistische Aghorisekte zich ophouden, zijn ronduit ijzingwekkend. Arc vertelt een verhaal dat volslagen onwaarschijnlijk is, maar dat gek genoeg toch overtuigt.

KATJA DE BRUIN

De eerste die Benedict Wells in zijn ‘special thanks’ achterin noemt, is John Hughes, regisseur van Amerikaanse films als Sixteen Candles (1984) en The Breakfast Club (1985). Geen wonder, want Hard land (Meulenhoff) leest vanaf de openingszin (‘Die zomer werd ik verliefd en ging mijn moeder dood.’) als een literaire versie van dergelijke puberteitklassiekers. Decor is Grady, Missouri anno 1985, waar vijftienjarig buitenbeentje Sam Turner, terwijl zijn moeder haar zoveelste kankerbehandeling ondergaat, een vakantiebaantje krijgt in de dorpsbioscoop. Hij sluit er vriendschap met gevoelige footballheld Hightower, sympathieke wijsneus Cameron én met Kristie. Het beeldschone meisje dat hem uit zijn verlegen-puberschulp lokt, in magische maanden van eerste liefde, eerste katers en eerste rouw. Een loepzuiver popcorneerbetoon, inclusief jarentachtigsoundtrack.

DIRK-JAN ARENSMAN

Toen China na de Eerste Opiumoorlog Hongkong had moeten afstaan aan de Britten en ook onder meer Shanghai moest openstellen voor handel met het Westen, vestigden de oorspronkelijk uit Bagdad stammende Joodse families Sassoon en Kadoorie daar vanaf halverwege  de negentiende eeuw internationaal vertakte zakenimperia. De anglofiele Sassoons werden steenrijk door uit India geïmporteerde opium, waaraan een op de tien Chinezen verslaafd raakte, de Kadoories maakten hun fortuin voornamelijk in elektriciteit en rubber. Oud-China-correspondent Jonathan Kaufman beschrijft in Koningen van Shanghai (Prometheus) beide concurrerende koloniale clans, die echter in de jaren dertig samenwerkten om de 18.000 Joden die naar China waren gevlucht te helpen. Na de oorlog was het onder Mao in Shanghai voorlopig gedaan met het kapitalisme.

MAARTEN VAN BRACHT