In Joan Baez: I Am a Noise vertelt de bijna tachtigjarige Joan Baez over Bob Dylan, drugs, Vietnam en een betere wereld.

In het muziekprogramma van IDFA weinig klinkende namen. Er is een film over een verdwenen Braziliaanse jazzpianist (They Shot The Piano Player), een over jarentachtigpopster Cyndi Lauper (Let The Canary Sing) en een over de uitstervende traditie van Jiddische muziek op bruiloften (The Klezmer Project) – daar blijft het bij. Terwijl het filmfestival een aantal jaren geleden in de Melkweg nog speciale dagen met alleen maar muziek hostte. O ja, Joan Baez: was dat niet dat vriendinnetje van de jonge Bob Dylan, de protestzangeres die in de jaren zestig naast Martin Luther King van Selma naar Washington wandelde en met haar engelachtige gestalte ‘We Shall Overcome’ zong? 

Dat is ze zeker, en de fascinerende film Joan Baez: I Am a Noise is werkelijk een grootse uitzondering tussen de clichématig opgebouwde carrièreoverzichten die muziekfilms vaak zijn. We volgen Baez tijdens haar afscheidstournee, in 2019, met haar zoon in de begeleidingsband. Ze is bijna tachtig en oogt nog fit, al vertelt ze ook over onvermijdelijke stijfheid en de training die haar belangrijkste spier vergt, de stemband. Nog één keer schraapt ze de keel om haar verhaal te doen, in een film vol adembenemende onthullingen. 

Hoe pijnlijk dat zij de latere rockster ‘Bobbie’ Dylan een podium bood, er een moment van magie was tussen de twee, maar zij even later toen de gekte losbarstte op tour in Engeland gedesillusioneerd afhaakte. ‘I think Bob Dylan broke my heart,’ geeft ze toe, terwijl ze zich in de grandeur van Parijs stort. Toen ze later in zijn Rolling Thunder Revue (1975) opdook, zonk ze weg in een stroom van quaaludes, bedwelmende drugs. We zien de prachtige jonge vrouw die ze was, trots op barricades klimmen tegen de Vietnamoorlog en diepgeworteld racisme in de States. Ze leek niet bang voor de consequenties, ook niet toen ze hoogzwanger was en de vader van haar aanstaande kind, activist David Harris, de bak in draaide. Maar we horen ook de worsteling die dat achter de schermen kostte, die obsessieve drang om de wereld beter te maken. 

Joan Baez toont zich kwetsbaar. Ze laat ons meelezen in haar dagboek en dat van haar getroebleerde zus Mimi, die ook zangeres was en net zo’n hobbelig leven leidde als zij. En uiteindelijk vertelt ze zelfs dingen die ze jarenlang aan haar dagboek niet durfde toevertrouwen. Een innemende film waarin cirkels rondgemaakt, zonden vergeven en boeken gesloten worden.

de nieuwste documentairetips in je mailbox?