Damon Lindelof geeft met zijn serie Watchmen een heel eigen draai aan de beroemde graphic novels van Alan Moore en Dave Gibbons.

Watchmen, de HBO-serie van Damon Lindelof (Lost, The Leftovers), stond al eerder als kijksuggestie in de VPRO Gids. Nu de seizoensfinale in aantocht is en afleveringen elke week nóg beter, gedurfder en indrukwekkender worden, willen we het kijkadvies graag bijstellen naar dwingend – ook als je niet bekend bent met de graphic novels van Alan Moore en Dave Gibbons uit 1986 waarop de negendelige serie voortborduurt of wanneer verhalen met superhelden je eigenlijk niet interesseren. Watchmen is geen gemiddelde comicverfilming.   

Lindelof en zijn schrijvers- en regisseursteam zetten nu al een paar afleveringen lang iets bijzonders neer. De manier waarop zij het overkoepelende thema – Amerika’s pijnlijke racistische verleden en de huidige opleving van extreemrechts – van de serie uitwerken is namelijk ongekend.

De originele Watchmen-reeks verscheen in een tijd dat de wereld, ook in comics, in de ban was van de nucleaire wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De superhelden van toen, de zogenaamde Minutemen, streden dagelijks tegen criminelen, maar het echte gevaar was de aftellende doomsday clock. Toen HBO Lindelof in 2017 benaderde om de reeks te vertalen naar een serie – de maker had tweemaal eerder geweigerd, omdat hij niet wist of hij zijn favoriete comic recht zou kunnen doen – vroeg hij zich af wat de culturele angst van deze tijd is.

Regina King en Tim Blake Nelson in Watchmen

‘Het was rond de tijd dat Charlottesville [een extreemrechtse betoging in 2017, waarbij één dode viel en een aantal mensen zwaargewond raakte, red.] plaatsvond. Ik was net bezig in Ta-nehisi Coates' boek Between the World and Me en in The Atlantic was zijn essay "The Case for Reparations" verschenen,' vertelt Lindelof in de officiële podcast van de show. In het essay haalt Coates kort de rassenrellen aan die in 1921 plaatsvonden in Tulsa, Oklahoma. Lindelof was tot zijn schande onbekend met de lynchpartij – een van de bloedigste uit de Amerikaanse geschiedenis, die tot voor kort niet werd onderwezen op Amerikaanse scholen – waarbij een witte menigte de bewoners en winkeliers in Greenwood aanviel. Deze wijk stond destijds bekend als Black Wall Street, omdat de rijkste zwarte gemeenschap van de Verenigde Staten hier woonde. Tussen de honderd en driehonderd mannen, vrouwen en kinderen werden vermoord, en duizenden mensen raakten dakloos nadat hun bedrijven en huizen waren afgebrand.

Het was slechts één alinea in Coates’ essay, maar het maakte veel indruk op Lindelof. Vandaar dat Watchmen opent met de slachting in Tulsa.  

In het universum van Watchmen, een wereld waarin de Minutemen ooit de oorlog in Vietnam wonnen, zijn de rellen niet alleen bekend, de nakomelingen van slachtoffers krijgen ook herstelbetalingen. Ze zijn in de volksmond verworden tot Redfordations, vernoemd naar acteur Robert Redford die al sinds 1992 president is. Wat overigens niet betekent dat de raciale verhoudingen in Watchmen beter zijn dan die in het huidige Amerika. Politieagenten verbergen het onderste deel van hun gezicht om hun identiteit niet prijs te geven uit angst voor een extreemrechtse terroristengroep die is voortgekomen uit de Ku Klux Klan.  

Door de focus op het diepgewortelde racisme in Amerika zijn niet alle fans van de graphic novels even gelukkig met de verfilming. Ze menen dat de serie te politiek is, ook al was het bronmateriaal even maatschappijkritisch. De Amerikaanse critici daarentegen zijn unaniem lovend. 

In Watchmen worden de zaken niet mooier voorgesteld dan ze zijn, wat wellicht ongemak veroorzaakt. Wie daar echter voorbij kijkt, ziet een rijke, gelaagde, actuele en visueel fraaie serie. Door de vele lagen en mysteries heb je misschien het idee dat je lang niet alles meekrijgt, maar ook de helft is al indrukwekkend.

Watchmen is te zien op HBO, via oa Ziggo