Wild Wild Country is een Netflixhit met een gouden verhaal die meesurft op de huidige, hippe seventiesvibe. Het geheim: het is een documentaire met speelfilmallure.

Wild Wild Country van Maclain en Chapman Way is een fenomeen. De serie bracht een ware Bhagwanhausse op gang, met hernieuwde aandacht voor de verhalen van aanhangers en nieuwe publicaties over de gang van zaken bij de sekte. Terecht is opgemerkt hoe verwonderlijk het is dat dit verhaal in zijn volle omvang pas nu zijn weg vindt naar een wereldwijd publiek, terwijl er wel veel documentaires zijn over andere sektes zoals Scientology.

Volgens de gebroeders Way komt dat omdat er geen doden bij vielen zoals in Waco, waardoor de media-aandacht relatief beperkt bleef. Bhagwan werd gezien als excentriek, maar niet per se zo gevaarlijk als een David Koresh of Charles Manson. Ook speelt mee dat de organisatie glansrijk slaagde in de rebranding van de Bhagwan-beweging, waarbij de achtergrond van de beweging en ook de biografieën van veel leden werden herschreven. Overigens is het verhaal in print recent wel uitgebreid verteld: in 2015 kwam het Amerikaanse The Oregonian met een vijfdelige gedetailleerde en doorwrochte longread. Zelf noemen de Way-broers het werk van een andere plaatselijke journalist (Wayne McCormick) als hun voornaamste bron.

Knap is hoe de serie in de eerste afleveringen bij de kijker sympathie weet te wekken voor de leer. Bhagwan predikte het belang van meditatie, bewustzijn, liefde, geluk, creativiteit en humor. Wat kan er tegen zijn? De stad die ze bouwden in landelijk Oregon, waar de commune neerstreek nadat ze India was uitgezet, was revolutionair, milieuvriendelijk en zelfvoorzienend. Maar zo halverwege gaat beetje bij beetje – het wordt heel slim gedoseerd door de regisseurs – het doek van de kooi af. En dan is het schrikken.

Wild Wild Country is geen biopic maar vertelt een groter en in wezen universeel verhaal over de confrontatie tussen een kleine lokale gemeenschap en een groep nieuwkomers, over de angst voor het vreemde, de angst voor verandering en over de (lelijke) sentimenten die dat losmaakt. Het is een interessante laag onder het verhaal. Maar de meeste aandacht gaat begrijpelijk toch uit naar de reeks schokkende gebeurtenissen in Wild Wild Country – je moet het zien om het te kunnen geloven. De dansende lieverds vergiftigen honderden mensen met salmonella, plegen schandalige verkiezingsfraude en beramen een moord. Dat alles doorspekt met de klassieke beelden van seksende, schreeuwende, uitzinnige aanhangers.

Bhagwans rechterhand Sheela in Wild Wild Country

'Voor Bhagwans rechterhand Sheela zijn ze te mild. Dat was een she-devil'

Satya Franklin

Maar volgens Satya Franklin die tot de inner circle behoorde van Bhagwan en begin maart haar verhaal opschreef voor The Daily Beast, geven de gebroeders Way een vertekend beeld. Sommige dingen zijn veel te zwaar aangezet, zoals de orgies. No way, schrijft Franklin, iedereen werkte 16, 18 uur per dag, niemand had puf voor een orgie. De regisseurs laten veel zware feiten liggen. Ze somt op: gedwongen sterilisatie, het uit elkaar halen van gezinnen, de voortdurende angst om te worden uitgestoten uit de Bhagwan gemeenschap bij de aanhangers, die alles hadden opgegeven en totaal afhankelijk waren. En in interviews vragen ze niet genoeg door. Met name voor Bhagwans rechterhand Sheela zijn ze te mild, oordeelt Franklin. Dat was een she-devil.

In de serie is zij de showstopper. Volgens de regisseurs is Sheela de gedroomde hoofdpersoon: charmant, slim en ondoorgrondelijk. Sheela (68), zat 20 maanden in de gevangenis en woont nu in Zwitserland waar ze twee verzorgingstehuizen runde. Het spreekt tot de verbeelding, na het zien van Wild Wild Country.

Wat waar is en wat niet, laat zich lastig achterhalen. De Way broers hebben hun materiaal gemanipuleerd ten dienste van het scenario, zoveel is duidelijk. Zoals alle documentairemakers in meer of mindere mate doen. Los van de ethische aspecten, waarover het laatste woord nog niet is gezegd, de methode Way werkt uitstekend. Wild Wild Country overstijgt verre het niveau van het droge feitenrelaas. Het is een achtbaan, die de kijker ademloos van de ene verbijstering naar de andere sleept.

Het geheim is dat de broers hun documentaire vertellen met de middelen van de speelfilm. De Way broers zeggen het zelf in een interview 12 april in de Britse krant The Telegraph: hun serie moest zo meeslepend zijn als een film. Veel documentaires hebben informatie als basis, er wordt zo snel mogelijk informatie toegevoegd. Maar zij vinden sfeer, stemming en toon veel belangrijker. Dat zit ‘m bijvoorbeeld in de verhaalopbouw, met steeds een kleine vooruitblik naar wat komen gaat, zoals de cliffhanger in een soap. En vooral ook in de muziek. De soundtrack met seventies vibe is een sterke, opzwepende sfeermaker. Meer nog, muziek is hier haast een verteller op zich. Zoals in het motief dat in elke aflevering wel een keer opduikt van landschapsbeelden van het lege Oregon, met een singer songwriter eroverheen. Het werkt merendeels, maar de muziek is soms overdadig. Waar de irritatiegrens ligt zal per kijker verschillen.

Komt er een vervolg? De broers speculeren erover, nu er zoveel nieuwe feiten boven tafel komen. We durven wel een gokje te wagen. Netflix-topman Reed Hastings staat er niet om bekend dat hij graag kansen laat lopen.

Meer over Wild Wild Country

Meer lezen over Netflix-series