Afkomst, macht en oog voor detail staan aan de basis van het succes van Tudordrama Wolf Hall.

Britten houden van kostuumdrama, zoveel staat vast, maar toch kon niemand begin dit jaar bevroeden dat Wolf Hall – op het eerste gezicht de zoveelste productie over het hof van Hendrik VIII – zo’n succes zou worden. De zesdelige BBC-serie trok miljoenen kijkers en werd bedolven onder lovende recensies. Toch is het succes niet geheel onverklaarbaar. Zoals wel meer zaken op het Britse eiland, is dit een geval van pedigree, goede afkomst. Wolf Hall is de bewerking van twee vuistdikke boeken van Hilary Mantel (Wolf Hall en Bring up the Bodies), die daarmee niet één, maar twee keer de prestigieuze Man Booker Prize won.

De Britse schrijfster is al jaren gefascineerd door het figuur van Thomas Cromwell (1485-1540), die zich op wist te werken van ijzersmidzoon naar vertrouweling van de koning en zo aan de voet stond van de Engelse breuk met de katholieke kerk. ‘Het lag zo voor de hand, maar niemand pikte het op,’ vertelde Mantel in april bij radioprogramma Studio 360. ‘Arme jongens, als ze slim waren of gelukkig, konden nog iets bereiken via de kerk. Maar Cromwell deed dat niet. Hij beklom niet de treden van de bestaande machtsstructuur. Hij nam gewoon zijn eigen ladder mee en knalde die door het plafond.’

De geschiedenis las lang anders: in de meeste beschrijvingen van Hendriks hof gold Cromwell tot vrij recent als een simpele schurk of nog lager, een schoothond. De man die pen op papier zette voor de trouwerij van Hendrik met Anna Boleyn – en later ook haar onthoofding – maar aan wie verder weinig aandacht werd besteed. Daarvoor was de legende van Hendrik VIII en zijn vrouwen simpelweg te sterk. ‘Het is zo’n uniek Engels verhaal,’ zei Mantel dan ook over de voortdurende fascinatie met het Tudorhof. ‘Nergens anders heb je zo’n type monsterkoning gehad, op wie we ook nog eens zo pervers trots zijn.’


 
Zie daar ook de tweede sleutel tot het succes van Wolf Hall: de onwerkelijkheid van de macht en de machinaties van konkelende politici is aan de andere kant van de Noordzee tot kunst verheven. Voor liefhebbers van verbale steekspelen is Wolf Hall om van te smullen. Mark Rylance, die Cromwell vertolkt en momenteel een van de meest gevierde toneelspelers van Engeland is, vergeleek zijn rol met die van een schaakspeler . ‘Schaak is eigenlijk een heel gewelddadig spel, maar zelden zie je de spelers naar elkaar schreeuwen of elkaar slaan. Vergis je echter niet, ze zullen je vernietigen voordat je de kans krijgt hen te pakken.’

Rylance’s grote kracht ligt dan ook niet (alleen) in het klassieke verbale vuurwerk, maar juist in de stilte; in de momenten waarin hij simpelweg voor zich uit kijkt en we de raderen in zijn hoofd kunnen zien draaien. ‘Ik heb ter voorbereiding hiervoor naar veel films zitten kijken,’ vertelde de acteur aan The Radio Times , ‘en ik was in het bijzonder gegrepen door het werk van Robert Mitchum. Ik zag hoe goed hij luisterde, hoe stil hij was, hoe aanwezig hij leek. Je wordt door hem naar het scherm getrokken, je afvragend wat hij denkt, wat hij gaat doen. Dat is altijd de beste manier om een verhaal te vertellen.’ Rylance wordt ondersteund door niet de minste cast: Damian Lewis (Homeland’s Brody) geeft gestalte aan Hendrik VIII en de iets minder bekende maar niet mindere Claire Foye blaast nieuw leven in de immer ongrijpbare Anna Boleyn.

Kaarsen

Los van de nuance is nog een ander element cruciaal: authenticiteit. Nee, niet historische authenticiteit. Daarover lopen de meningen en feiten over Cromwell, Hendrik en in het bijzonder Anna Boleyn te veel uiteen. In Wolf Hall is echter meer dan in het gemiddelde kostuumdrama aandacht besteed aan details. Een klein leger aan kledingontwerpers heeft de verschillende kostuums onder handen genomen en alles is op locatie opgenomen. Het is een waar feest aan jurken en landhuizen. Het fascinerendste zijn echter de kaarsen. Een kleine 20.000 pond in het productiebudget is daar aan opgegaan, liet regisseur Peter Kominsky achteraf weten aan de Royal Television Society: moderne cameratechnieken stelden hem in staat om sommige scènes te filmen met slechts een enkele kaars in de kamer. Het is soms wat ongemakkelijk bij een topoverleg in het holst van de nacht – wie is nou eigenlijk wie? – maar het geeft Wolf Hall ook een ongekende intimiteit.

Hilary Mantel is momenteel hard aan het werk aan het laatste deel van haar Cromwell- trilogie. Tekenend voor het succes van de bewerking, kon men bij de BBC daar niet op wachten: de tweede reeks van Wolf Hall staat inmiddels in de steigers. Klaar om het plafond opnieuw te verbrijzelen.

Wolf Hall is vanaf maandag 9 november 2015 te zien op NPO2