Herzogs helden zijn avonturiers, waaghalzen en grootheidswaanzinnigen. Dromers kortom, net als Werner Herzog zelf. Het leverde een imposant oeuvre op, waaraan filmmuseum Eye uitgebreid aandacht gaat besteden.

Oorlogskind Werner Herzog (München, 5 september 1942) is precies tachtig jaar oud nu. Maar eigenlijk had hij al lang dood moeten zijn. Misschien is hij stiekem zelfs teleurgesteld dat hij nog leeft, want Herzog heeft het gevaar altijd bewust opgezocht.

Dat zat er al jong in. Als tiener in Beieren deed hij aan schansspringen, want, zo zegt hij in de documentaire Werner Herzog - Radical Dreamer: ‘Als je ver vliegt ben je geen mens meer, dan ben je een vogel.’ En dan moet je niet naar achteren leunen, zoals de meeste mensen doen. Nee, om ver te kunnen vliegen moet je naar voren leunen. De val tegemoet.

Zo heeft Herzog geleefd en ook altijd gewerkt. Voor het hallucinerende historische drama Aguirre, der Zorn Gottes (1972) trok hij met de cast en crew vijf weken lang op vlotten over de kolkende rivieren van de Urubamba Vallei in Peru. Tien jaar later herhaalde hij dat kunststukje, maar sleepte hij – net als het maniakale hoofdpersonage uit zijn film Fitzcarraldo – ook nog een driehonderd ton zwaar stoomschip over een berg.

Werner Herzog bij de opnames van Auch Zwerge haben klein angefangen (1970).

Weergaloos

Herzog gelooft niet in verhalen naspelen in een veilige studio of acteren voor een groen scherm. Hij wil levensechte situaties creëren, ook voor zijn acteurs. Dus schiet hij al zijn films op locatie, en ook voor zijn tientallen documentaires is hij regelmatig naar levensgevaarlijke plekken gegaan. Voor Lessons of Darkness (1992) ging hij naar de brandende olievelden van Koeweit, voor Into the Inferno (2016) zocht hij mensen op die in de buurt van actieve vulkanen leven, en voor het weergaloze Grizzly Man (2005) ging hij naar Alaska. Daar trad hij in de voetsporen van acteur/activist Timothy Treadwell, die de grizzlyberen in Alaska zag als zijn beste vrienden – totdat ze hem opaten. Ook Herzog had in Alaska een aanvaring met een grizzlybeer. Tegen Rolling Stone vertelde hij destijds droogjes: ‘Mijn vrouw Lena nam een foto waarop je kan zien dat er vlak achter mij een grizzlybeer staat. Ze maakte zich zorgen om mijn veiligheid, maar mij deed het niets. Ik stoorde me alleen aan die situatie omdat de beer zo dicht bij me stond dat ik zijn stinkende adem kon ruiken. En ik kan je verzekeren, die adem stonk verschrikkelijk. Maar dat was alles.’

‘Als je ver vliegt ben je geen mens meer, dan ben je een vogel.’

Werner Herzog

Diva-gedrag

Herzog is niet als de meeste mensen, en ook zijn personages (in films én documentaires) zijn dat niet. Herzogs helden zijn avonturiers, waaghalzen en grootheidswaanzinnigen. Dromers kortom, net als Herzog zelf. En nooit heeft Herzog een beter alter ego op het scherm gevonden dan acteur Klaus Kinski. In de jaren zeventig en tachtig zouden de twee samen vijf films maken; de al eerdergenoemde Aguirre en Fitzcarraldo, plus Woyzeck (1979), Nosferatu: Phantom der Nacht (1979) en Cobra Verde (1987).

Daarna was het op, want de samenwerking kostte beide heren veel energie. Dat begon al op de vlotten op de Peruviaanse rivieren bij Aguirre. Kinski, die met zijn diva-gedrag en maniakale uitbarstingen cast en crew dagelijks tot waanzin dreef, maakte uiteindelijk ook zijn regisseur gek door aan te kondigen dat hij geen dag langer meer met hem wilde werken en uit de film zou stappen. In de makkelijk op YouTube te vinden documentaire Mein liebster Feind – Klaus Kinski, die Herzog in 1999 maakte over hun relatie, vertelt de regisseur wat er toen gebeurde: ‘Ik ben heel rustig op hem afgestapt en heb gezegd: “Ik heb een geweer, en als je nu weggaat haal je de bocht van de rivier niet, want dan heb ik acht kogels in je geschoten. De negende bewaar ik voor mezelf.”’ Het dreigement werkte, want wildeman Kinski kwam tot rust en maakte de film netjes af. Of zoals Herzog opmerkte: ‘Die Bestie war domestiziert.’ Voor even dan, want ook over hun volgende vier films zijn er talloze anekdotes over een nagenoeg onhandelbare Kinski. Toch hadden ze elkaar nodig, want de twee maakten hun beste films samen.

Werner Herzog in Radical Dreamer

Bezeten

Kinski overleed in 1991, opgebrand, op 65-jarige leeftijd. Herzog heeft daarna nog wel naar vervangers gezocht, maar niemand had dezelfde intensiteit en geniale gekte. Het dichtst in de buurt kwam acteur Nicolas Cage in Bad Lieutenant: Port of Call New Orleans (2009). Diens aan gokken, drank en alcohol verslaafde politie-inspecteur doet af en toe wel denken aan de geobsedeerde, losgeslagen en bezeten personages van Klaus Kinski, maar dan in de verte. Een beetje Kinski light.

Herzog maakte zijn beste films in de jaren zeventig en tachtig, en zijn beste documentaires daarna. Hij is nooit gestopt met werken (de teller voor films én documentaires staat op zo’n kleine zeventig titels), en hij lijkt zich de laatste tijd opnieuw te hebben uitgevonden. Nu als acteur. Hij speelde een lijzige schurk in de Tom Cruise-actiefilm Jack Reacher (2012) en onlangs nog het personage The Client in de Star Wars-spin-off The Mandalorian. Hoewel hij, zo bekende hij trots in interviews, daarvoor nog nooit één Star Wars-film had gezien.

Werner Herzog in Eye Filmmuseum

De documentaire Werner Herzog - Radical Dreamer (2022) van Thomas von Steinaecker is vanaf 8 juni in de Nederlandse bioscopen te zien en de opmaat voor een grote Werner Herzog-tentoonstelling, die van 18 juni tot 1 oktober te zien is in filmmuseum Eye. Eye belooft: ‘Voor het filmprogramma zijn bijna dertig films geselecteerd die gedurende de tentoonstelling in Eye’s bioscoopzalen te zien zijn. Drie hiervan worden door Eye uitgebracht en landelijk vertoond. Ook is er een uitgebreid programma met events, inleidingen en live muziek. Daarbij is ruimte voor een veelheid aan reflecties op zijn oeuvre, van fans én critici.’

De drie films die landelijk worden uitgebracht zijn Aguirre, der Zorn GottesKaspar Hauser en Fitzcarraldo.

Meer over Werner Herzog