Bijna alle films van James Cameron (Titanic, Avatar) waren in zeker opzicht baanbrekend. Zijn nieuwe productie Alita: Battle Angel is geen uitzondering. Een overzicht van Camerons innovaties en records.

Aliens (1986)

Zou James Cameron hebben vermoed dat hij ooit de succesvolste filmregisseur ter wereld zou worden toen hij eind jaren zeventig, na een afgebroken studie natuurkunde, op goed geluk naar Hollywood trok? Vast wel. Aan ambitie (sommigen zouden zeggen: megalomanie) heeft het hem nooit ontbroken. De Canadees, die als kind op zijn kamer al robots in elkaar knutselde, kreeg zijn eerste filmbaantje van cultproducent Roger Corman, voor wie hij diverse B-films van special effects mocht voorzien.

Bivakkerend bij vrienden op de bank, of in zijn auto, schreef hij intussen aan een scenario voor een eigen robotfilm: The Terminator. Bijna niemand zag iets in het verhaal, maar Cameron wist er een bescheiden budget voor te verzamelen en scoorde in 1984 tot ieders verbazing een hit. In plaats van vervolgens aanbiedingen af te wachten, initieerde hij zelf een vervolg op Ridley Scotts ruimtegriezelfilm Alien, met een opvallende invalshoek: hoofdpersoon Ripley ontwikkelt zich tot volbloed actieheldin, schietend en oneliners spuiend als een vrouwelijke Rambo. Revolutionair, vonden de recensenten; Time Magazine zette actrice Sigourney Weaver prompt op de cover.

Terminator 2: Judgment Day (1991)

Het idee voor The Terminator ontstond toen Cameron met flinke koorts droomde over een onverwoestbare robot van vloeibaar metaal. Ironisch genoeg haalde dit personage – de T-1000 – de eerste film uiteindelijk niet, omdat de benodigde computereffecten nog niet ver genoeg waren ontwikkeld. Na een geslaagd experiment met CGI (computer-generated imagery) in zijn onderwaterthriller The Abyss (1989) durfde Cameron het wel aan om de T-1000 op te voeren in Terminator 2. Met een totaal van vijf minuten aan digitale effecten, waar 35 experts bijna een jaar fulltime aan werkten, werd Terminator 2 de eerste echte CGI-blockbuster, die de weg bereidde voor films als Jurassic Park en The Matrix.

Titanic (1997)

Als Cameron niet voor de cinema had gekozen, had hij oceaanwetenschapper willen worden. Hij bekende ooit dat hij vooral besloot een film over de Titanic te maken om op kosten van Hollywood naar het scheepswrak af te kunnen dalen. De opnames van Titanic, waarvoor het schip bijna geheel werd nagebouwd, verliepen rampzalig. Het budget en het aantal draaidagen bleven maar oplopen, acteurs en figuranten raakten onderkoeld in het koude water en Cameron maakte op de set almaar ruzie (een eigenschap die hem privé wellicht ook parten speelt: hij is inmiddels toe aan huwelijk nummer vijf).

Toen de regisseur ten slotte 200 miljoen dollar had uitgegeven, destijds het hoogste filmbudget ooit, gingen zijn producenten door het lint. Maar Cameron overwon glorieus. ‘I’m the king of the world!’ riep hij na een zege van elf Oscars (een aantal dat alleen Ben-Hur eerder ontving). De wereldwijde opbrengst van Titanic bleef twaalf jaar lang onovertroffen – tot Cameron Avatar uitbracht.

Diepzeedocumentaires (2002-2014)

Het slopende opnameproces van Titanic weerhield Cameron er niet van de oceaan te blijven opzoeken. Voor documentaires als Ghosts of the Abyss (2003) en Aliens of the Deep (2005) filmde hij (met behulp van Nasa) diepzeebeelden die nooit eerder waren vastgelegd. En in 2012 was hij de eerste om in een soloduik het diepste punt van de oceaan te bereiken, waar hij diverse onbekende wezens filmde. In 2014 verscheen hierover de documentaire James Cameron’s Deepsea Challenge.

Avatar (2009)

Dances with Wolves met ruimtesmurfen, zo wordt Camerons futuristische ecofabel Avatar soms oneerbiedig omschreven. En inderdaad, het verhaal is aan de malle en afgezaagde kant. Maar dat gold niet voor de 3D-techniek waarmee de film in 2009 in de bioscoop werd vertoond. Avatar ontketende een ware 3D-hype, die overigens vooral leidde tot slordig en overbodig gebruik van de techniek. Het wachten is op Avatar 2 (gepland voor 2020), waarin Cameron op 3D-gebied weer een stap belooft te zetten. Hopelijk bevalt de terugkeer naar de planeet Pandora, want Avatar 3, 4 en 5 zijn ook al in de maak, met een geschat gezamenlijk budget van ruim een miljard dollar. Is het Cameron nu dan toch een beetje naar de bol gestegen? Dat valt te bezien; hij is vaker bespot maar leverde nog nooit een flop. Hopelijk werkt de cineast – nu 64 – hoe dan ook een beetje door, want hij heeft ooit de wens uitgesproken om als eerste een speelfilm in de ruimte op te nemen, en dat maken we graag nog mee.

Alita: Battle Angel (2019)

Al zo’n twintig jaar geleden kondigde Cameron deze mangaverfilming aan, maar wegens zijn Avatar-obsessie werd het project steeds uitgesteld. Ten slotte besloot hij zijn reeds voltooide scenario – plus duizend bladzijden vol schetsen, aantekeningen en ideeën voor twee vervolgfilms – door te schuiven naar collega-regisseur Robert Rodriguez (Sin City). Cameron bleef wel aan als producent, om de special effects in de gaten te kunnen houden. Die zijn uiteraard weer bijzonder. De cyborg Alita, om wie het verhaal draait, is gemodelleerd naar een actrice, maar van top tot teen geanimeerd. Zo’n digitale hoofdpersoon hebben we vaker gezien, bijvoorbeeld in Avatar, maar nog niet eerder in een menselijke vorm. Helemaal fotorealistisch is Alita nog niet, maar ze komt aardig in de buurt.

Volgens Cameron zijn er nu op visueel gebied geen beperkingen meer: met voldoende budget kan in principe alles worden gefilmd. Alita: Battle Angel laat zien dat hij vast gelijk heeft, maar relativeert die bewering ook. De fantastische effecten kunnen namelijk niet verhullen dat de film inhoudelijk nogal rammelt. Ook de succesvolste filmmaker ter wereld blijft afhankelijk van een solide verhaal.