Regisseur Firas Fayyad maakte een hartverscheurende documentaire over het werk van de Witte Helmen in Syrië.

‘Khaled, vangen!’ Vanuit een gebouw waarvan de voorgevel af is geblazen wordt iets naar beneden gegooid. Khaled vangt het op in een tas. ‘Een voet,’ stelt hij vast. ‘Die moet van Abu Ahmed zijn,’ zegt een collega. ‘Kijk maar, hij had net zijn teennagels geknipt.’

Een alledaags tafereel voor de Witte Helmen, die worden gevolgd in de Syrisch-Deense documentaire Last Men in Aleppo. De groep bestaat uit zo’n drieduizend Syrische vrijwilligers – voormalige studenten, bouwvakkers, kleermakers – die dagelijks vanuit ruim honderd posten in het land de lucht in de gaten houden, alert op vijandige vliegtuigen en helikopters. Als een bom inslaat, haasten ze zich naar de onheilsplek om slachtoffers onder het puin vandaan te halen. Op deze manier zijn de afgelopen jaren naar schatting al tienduizenden mensen gered.

Aan de Witte Helmen (officieel de Syrische Burgerverdediging) is sinds de oprichting in 2014 al veel positieve aandacht besteed. Ze ontvingen vele miljoenen uit het Westen en werden vorig jaar genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede. Maar tik de naam in op internet en je stuit al snel op verhitte berichten over de dubieuze agenda van de club, die officieel bekendstaat als onpartijdig. De validiteit van zulke kritiek valt moeilijk te beoordelen, al is het maar omdat die vooral wordt gepubliceerd op schimmige sites vol samenzweringstheorieën.

Wat Last Men in Aleppo hoe dan ook overtuigend overbrengt, is dat Khaled, Mahmoud en de andere geportretteerden eersteklas helden zijn, die hun leven dagelijks voor anderen op het spel zetten. Pakweg één op de zes Witte Helmen wordt het reddingswerk uiteindelijk fataal – meestal als gevolg van een zogenaamde double tap-aanval, waarbij een vliegtuig van Assad of de Russen één plek twee keer achter elkaar raakt om zoveel mogelijk slachtoffers te maken.

Er zijn al meer films over de Witte Helmen verschenen. De Netflix-reportage White Helmets bijvoorbeeld, die vorig jaar een Oscar won. Wat Last Men in Aleppo (winnaar van de juryprijs op het laatste Sundance-festival) onderscheidt, is de filmische kwaliteit van de productie. Initiatiefnemer is de Syrische regisseur Firas Fayyad, die nadrukkelijk cinema wilde maken en geen journalistiek bedrijven. Hij liet bevriende camerajournalisten een cinemacursus volgen bij zijn Deense coregisseur Steen Johannessen, en monteerde hun beelden aan elkaar zonder interviews of verklarende teksten.

Het resultaat is hartverscheurend. De beelden van onder puin bedolven kinderen staan garant voor tranen, maar de alledaagsere momenten zijn minstens zo veelzeggend. Zoals de scène waarin Khaled en zijn collega’s een tuintje aanleggen, compleet met nieuwe bomen en een vijver met tropische vissen, ‘voor de volgende generatie’. Ook dat mag gerust een heldendaad worden genoemd.

2Doc: Last Men in Aleppo is te zien op woensdag 14 juni om 22:55u op NPO2

Meer over Last Men in Aleppo