‘Khaled, vangen!’ Vanuit een gebouw waarvan de voorgevel af is geblazen wordt iets naar beneden gegooid. Khaled vangt het op in een tas. ‘Een voet,’ stelt hij vast. ‘Die moet van Abu Ahmed zijn,’ zegt een collega. ‘Kijk maar, hij had net zijn teennagels geknipt.’
Een alledaags tafereel voor de Witte Helmen, die worden gevolgd in de Syrisch-Deense documentaire Last Men in Aleppo. De groep bestaat uit zo’n drieduizend Syrische vrijwilligers – voormalige studenten, bouwvakkers, kleermakers – die dagelijks vanuit ruim honderd posten in het land de lucht in de gaten houden, alert op vijandige vliegtuigen en helikopters. Als een bom inslaat, haasten ze zich naar de onheilsplek om slachtoffers onder het puin vandaan te halen. Op deze manier zijn de afgelopen jaren naar schatting al tienduizenden mensen gered.
Aan de Witte Helmen (officieel de Syrische Burgerverdediging) is sinds de oprichting in 2014 al veel positieve aandacht besteed. Ze ontvingen vele miljoenen uit het Westen en werden vorig jaar genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede. Maar tik de naam in op internet en je stuit al snel op verhitte berichten over de dubieuze agenda van de club, die officieel bekendstaat als onpartijdig. De validiteit van zulke kritiek valt moeilijk te beoordelen, al is het maar omdat die vooral wordt gepubliceerd op schimmige sites vol samenzweringstheorieën.