In de Israëlische havenstad Jaffa, vlakbij Tel Aviv, is zeventig procent van de inwoners Joods. Maar de wijk Ajami is een soort getto, grotendeels bevolkt door Palestijnen. Het is het centrale toneel van een prachtig drama.

Daar escaleert de boel snel, nadat een lid van een machtige bende wordt neergeschoten. Maar Omar, het negentienjarige familiehoofd van een van de strijdende partijen, gaat niet naar de politie. Die vertrouwt hij niet. Hij gaat liever naar een soort sharia-rechtbank. Daar wordt beslist dat er bloedgeld betaald moet worden. En niet zo weinig.

Het is een van de verhaallijnen van deze prachtige mozaïekfilm. De Joodse regisseur Yaron Shani en zijn Palestijnse collega Scandar Copti werkten Shani’s oorspronkelijke concept uit tot een film. Het project duurde zeven jaar. In die tijd raakten de twee goed bevriend en ze spraken veel, over elkaars culturen, politieke en sociale mores. Gesprekken waarin ze soms ongemakkelijk eerlijk tegen elkaar moesten zijn. Maar als je zo nauw samenwerkt en zo’n soort project maakt, vertelde Copti in een interview, ‘you can’t fake anything’.

Uit tachtig uur materiaal, opgenomen met een grotendeels niet-professionele cast, destilleerden ze een mooi, aangrijpend en intrigerend drama, waarin een aantal verhaallijnen telkens vanuit een iets ander perspectief worden verteld. Bijvoorbeeld het perspectief van een Palestijnse illegaal werkende jongen die zijn zieke moeder wil helpen. Of het perspectief van een Joodse agent, die zich afvraagt wat er met zijn jaren geleden verdwenen broer is gebeurd. Of het perspectief van een jonge man en een jonge vrouw die niet bij elkaar kunnen zijn vanwege religie en traditie.

Ajami, een oefening in empathisch denken voor gevorderden, werd terecht genomineerd voor de Oscar voor beste niet-Engelstalige film.

Te zien op kwaliteitszender NPO Cultura, of online via de website