De roman Beasts of No Nation, over de jonge kindsoldaat Agu, werd verfilmd door Cary Joji Fukunaga (True Detective). 'Hoe snel een kind kan worden omgeturnd tot moordenaar. Dat was een schokkende vaststelling.'

Opvallend: Toen regisseur Cary Joji Fukunaga (1977) vorig jaar een Emmy kreeg voor de regie van misdaadserie True Detective, noemde hij Nic Pizzolatto, de schrijver van die serie, niet in zijn dankwoord. Ook opvallend: In het opnieuw door Pizzolatto geschreven True Detective 2 zit een scène met een zelfingenomen , alcoholische regisseur die verdacht veel op de Japans-Amerikaanse Fukunaga lijkt. Compleet met diens kenmerkende, lange vlechten. Het is duidelijk dat het niet botert tussen Fukunaga en Pizzolatto. Beiden hebben sindsdien de lippen stijf op elkaar gehouden over het waarom, maar een botsing van ego’s is de meest geopperde en ook meest voor de hand liggende verklaring. Feit is dat Fukunaga niet terugkeerde voor de regie van True Detective 2, en zich dus vol kon werpen op een ‘pet project’ van hem: de verfilming van Uzodinma Iweala’s roman Beasts of No Nation, over de kindsoldaat Agu.

De twee lange vlechten zijn afgeschoren als Fukunaga begin september naar het festival van Venetië komt voor de wereldpremière van zijn Beasts of No Nation. Voor me zit een keurige, serieuze jongeman. Van primadonnagedrag, zoals in het tweede seizoen van True Detective gesuggereerd wordt, is niets te merken.



Fukunaga: 'Ik stuitte op dit onderwerp toen ik een jaar of twintig geleden politicologie en geschiedenis studeerde. Ik hoorde toen over de burgeroorlog in Sierra Leone, over bloeddiamanten en over het fenomeen kindsoldaat. Het idee dat kinderen zich in de vuurlinie bevonden, maakte diepe indruk op me. Zes jaar later las ik het boek van Uzo Iweala en besloot ik daar een film van te maken. Die is er nu eindelijk gekomen.'

Wat trok u aan in dat boek?

'Hoe snel een kind kan worden omgeturnd tot moordenaar. Dat was een schokkende vaststelling. Als volwassene heb je een leven lang kunnen doen over het ontwikkelen van je morele overtuigingen. Een kind zit nog middenin dat proces en juist daarom kan het zich zo snel aanpassen.'

Was het moeilijk de juiste acteur te vinden voor de twaalfjarige Agu? 'Nogal. We hebben gefilmd in Ghana, waar we na lang zoeken Abraham Attah vonden. Die was aan het spijbelen en hing wat rond met oudere jongens. We vroegen hem of hij iets wilde voorspelen en tijdens een van die scènes begon Abraham spontaan te huilen. Wat veel indruk maakte. Daarna hebben we nog anderhalve maand met hem en zestig andere kinderen die mee zouden spelen gerepeteerd. Niet eens scènes, maar gewoon wat er allemaal bij een film komt kijken. Ze moesten eerst l eren wat acteren inhoudt. Dat je iets vaak opnieuw moet doen. En vooral wat het betekent om iets samen met anderen te doen. De meesten hadden namelijk nog nooit in een club gezeten. Het meest georganiseerde dat ze kenden, was een potje voetbal.'