Dat cinema meer kan doen dan slechts vermaken, bewees de feministische Egyptische actrice Faten Hamama (1931-2015), die in meer dan honderd films schitterde. Filmfestival Cinéma Arabe (nog t/m 26 april in Amsterdam, daarna op tournee) staat stil bij de iconische actrice en vertoont twee van haar belangrijkste films.

Hamama, vaak The Lady of the Arabic Screen genoemd, heeft een legendarische status in het Midden-Oosten en had dankzij haar filmcarrière veel invloed op de emancipatie van de Arabische vrouw. In haar woorden: ‘Ik verkondig mijn mening door middel van kunst. Ik geloof dat je met een speelfilm meer mensen kan bereiken en beïnvloeden dan met een politieke toespraak.’

Faten Hamama werd in 1931 geboren in het Egyptische El-Mansoera, in een moslimfamilie uit de middenklasse. Dat ze een prachtige verschijning was, werd al op jonge leeftijd duidelijk toen ze werd verkozen tot het mooiste kind van Egypte. Ze werd gesteund door haar vader, die haar foto naar filmmakers stuurde. Zo startte haar carrière, die meer dan honderd films zou beslaan. Toen Hamama negen jaar was, speelde ze haar eerste rol in Yom Said (Happy Day) van Mohammed Karim. Op den duur besloot haar familie naar Cairo te verhuizen om haar acteercarrière te bevorderen. In 1946 studeerde ze af aan de High Institute of Acting, waarna ze al snel een beroemde actrice werd die vrijwel altijd garant stond voor succes. 

In de jaren vijftig, de zogenaamde Golden Age of Egyptian Cinema, werd Hamama de best betaalde actrice in Egypte en speelde ze in talloze films die handelden over sociale ongelijkheid en vrouwenrechten. Zo vertolkte ze in 1952 in de komedie El ustaza Fatma (The Lawyer Fatma) een advocate die wil aantonen dat vrouwen in de samenleving net zo belangrijk zijn als mannen. In 1955 trouwde ze met veelvoudig tegenspeler Omar Sharif (Doctor Zhivago, Lawrence of Arabia), die zich voor haar bekeerde tot de islam; een huwelijk dat twintig jaar zou duren. In 1959 speelde ze in het cultuurkritische Doa al karawan, een van haar beroemdste films, de rol van Amna, die de dood van haar zus wil wreken.

Omdat ze zich tijdens het regime van president Nasser beperkt voelde in haar vrijheid, besloot Hamama eind jaren zestig haar thuisland voor een aantal jaar te verlaten. Na haar terugkeer maakte ze in 1975 Orid hallan (I Want a Solution), waarmee ze de Egyptische politiek direct beïnvloedde. De dramafilm over een vrouw die van haar man wil scheiden en tegenwerking krijgt van de rechtbank, leidde tot een wetswijziging die vrouwen het recht gaf van hun man te scheiden. Hamama speelde haar laatste filmrol in de hooggewaardeerde film Ard el ahlam (Land of Dreams) in 1993.

Faten Hamama wordt nogal eens aangeduid als de echtgenote van Omar Sharif, maar haar invloed kan moeilijk worden overschat. In 2000 werd de actrice in Egypte verkozen tot Star of the Century en in 2009 kreeg ze een Lifetime Achievement Award van het Dubai International Film Festival. Haar populariteit werd eerder dit jaar weer duidelijk aan de hand van het grote verdriet rond haar begrafenis, die live werd uitgezonden op televisie en duizenden fans samenbracht in Cairo. 

Festival Cinéma Arabe vertoont aankomende zondag Hamama’s twee beroemdste films: The Nightingale’s Prayer en I want a Solution. Zaterdag wordt in Amsterdam de documentaire Feminists Insha’allah! A Story of Arab Feminism vertoond, met na afloop een debat over feminisme in de Arabische wereld. The Nightingale’s Prayer is tevens te zien op zondag 3 mei in Rotterdam als het filmfestival op tournee gaat. Hier vind je meer informatie over Cinéma Arabe.