In the Name of the Father (1993) betekende de doorbraak voor Jim Sheridan. ‘De vader-zoon-relatie in de film gaat evenzeer over mijn eigen relatie met mijn vader.'

De film
In the Name of the Father is gebaseerd op de autobiografie van Gerry Conlon, een Ierse jongen die onterecht in de gevangenis belandt omdat hij ervan beschuldigd wordt namens de ira twee cafés in Guilford te hebben laten ontploffen. Behalve drie vrienden van hem (samen met hem The Guilford Four gedoopt) zitten er ook vermeende handlangers vast, onder wie Gerry ’s vader. De getroebleerde relatie tussen vader en zoon wordt hier langzaam hersteld.
 
Het idee 

Regisseur Jim Sheridan probeerde met In The Name of the Father de dwalingen in het Britse rechtssysteem aan te kaarten en het op te nemen voor zijn mede-Ieren: ‘De film gaat over mensen die jarenlang stilletjes over de Britten hebben geklaagd, en eindelijk opzichtiger durven te klagen.’ Een aanklacht is volgens Sheridan soms de enige manier om iets gedaan te krijgen: ‘Als je als underdog tegenover een grotere macht staat, dan is gelijk hebben niet genoeg om je recht te halen, en ben je alleen bij machte om te klagen.’ Naast een politieke film is In The Name of the Father vooral een film waarin familiebanden centraal staan: ‘De vader- zoon-relatie in de film gaat evenzeer over mijn eigen relatie met mijn vader als over Gerry Conlon en zijn vader. Daniel Day-Lewis speelt behalve Gerry ook mij .’ 
 


 
De ontvangst 
De kritieken waren lovend over de regie en het spel van Daniel Day-Lewis, Emma Thompson en Pete Postlethwaite. Ook bij de Oscars werd de film veelvuldig genomineerd, onder meer voor de drie hoofdrolspelers. De film won er geen, maar kreeg wel een Gouden Beer op het filmfestival van Berlijn. Daniel Day-Lewis had eerder hoge ogen gegooid met Jim Sheridans debuutfilm My Left Foot, maar In The Name of the Father is het begin van de mythologisering van de slechts sporadisch werkende acteur. Hij wordt, mede dankzij deze film, gezien als een van de grootste acteurs van zijn generatie. 
 
En daarna… 
Ten tijde van In The Name of the Father verkondigde Jim Sheridan dat hij nooit een film zou maken waar hij niet honderd procent in geloofde, omdat hij verwachtte dat de films daar kwalitatief onder zouden lijden. Ook opvolgers The Boxer en het autobiografische In America waren zeer persoonlijke films. Toch maakte hij later de (commerciële én artistieke) flops Get Rich or Die Tryin’ en Dream House, zijn meest recente film. Beide zijn producties waar Sheridan niet volledig achter staat. Voor al zijn films tot aan In America schreef hij zelf de scripts, en hij ontving voor maar liefst drie daarvan een Oscarnominatie. Een persoonlijke band met de films lijkt dus een voorwaarde voor kwaliteit. In dat opzicht is er goed nieuws: Sheridan werkt momenteel aan boekverfilming The Secret Scripture, een Ierse productie waarvan het scenario mede door hemzelf is geschreven.