Het presidentsdrama Lincoln is geen bombastisch heldenepos geworden, maar een nogal taaie politieke praatfilm. Steven Spielberg, meester van het sentiment, heeft zich ingehouden.

In de strijd om de Oscars, die eind februari wordt beslecht, staat Steven Spielbergs Lincoln met twaalf nominaties op kop. Geen wonder: president Abraham Lincoln (1809-1865) is min of meer een heilige in de vs, en Spielberg Cineast des Vaderlands. Daarbij is hoofdrolspeler Daniel Day- Lewis een recensentenfavoriet en maken films over zware, historische thema’s als de slavernij (die onder Lincoln werd afgeschaft) sowieso altijd kans op prijzen.

Toch ligt het succes niet helemaal voor de hand. Hoewel de titel anders doet vermoeden, is Lincoln geen klassieke ‘biopic ’, maar een lange, nogal taaie politieke praatfilm. Spielberg en scenarist Tony Kushner (Munich) baseerden zich op het slotdeel van het vuistdikke boek Team of Rivals: The Political Genius of Abraham Lincoln van historica Doris Kearns Goodwin.



Ze zoomen in op de laatste maanden van Lincolns politieke carrière (en daarmee tevens de laatste maanden van zijn leven ), toen hij zich inspande om de Burgeroorlog te beëindigen en de anti- slavernijwet door het Huis van Afgevaardigden te loodsen. Dat gaat gepaard met veel strategisch overleg, verhitte achterkamergesprekken, politieke dikdoenerij en manipulatieve spelletjes (die Lincolns bijnaam ‘Honest Abe’ in een ander daglicht zetten).

Voor liefhebbers van geschiedenis, recht en politiek is het allemaal machtig interessant, en er wordt fantastisch geacteerd door Day- Lewis en tegenspelers als Tommy Lee Jones, David Strathairn en James Spader, maar wie een lekker vet Hollywooddrama verwacht, komt bedrogen uit. Lincolns privéleven speelt slechts een bijrol, en aan mijlpalen als het Gettysburg Adress wordt hooguit even gerefereerd.

Spielberg presenteert geen overweldigende, Saving Private Ryanachtige schetsen van de burgeroorlog of nostalgische flashbacks naar Lincolns armoedige jeugd en imponerende loopbaan. Door de kalme cameravoering, sobere decors en subtiele muziek heen kun je bijna voelen hoe de regisseur zich zit in te houden.

Rain Man
De hang naar sentiment en grote gebaren zit er immers diep in bij Spielberg. Zolang hij snelle spektakelfilms als Jaws, Raiders of the Lost Ark of Jurassic Park maakt, hoor je daar niemand over klagen, maar zijn dramatische vertellingen schieten recensenten nogal eens in het verkeerde keelgat.

Gezaghebbend New Yorker-critica Pauline Kael bijvoorbeeld, die zich kort voor haar overlijden in 2001 liet ontvallen: ‘Spielberg drukt op knopjes. En omdat mensen daarvan houden, denken ze dat hij een groot cineast is. (…) Ik was gek op zijn vroegere werk; hij had het in zich om een veel originelere filmmaker te worden. Maar tegenwoordig levert hij alleen nog maar melodrama. (…) Ook zijn beste werk in Schindler’s List vind ik nog veel te zwaar op de hand.’

Spielberg is bekend met de kritiek. Hij zal de laatste zijn om te ontkennen dat hij een zwak heeft voor tranentrekkers. Toen zijn mening werd gevraagd over de film Rain Man van Barry Levinson, die hij aanvankelijk zou regisseren, biechtte hij op : ‘Ik vond het een afstandelijke film. Ik weet niet of mijn versie ook zoveel Oscars zou hebben gewonnen, maar ik had het publiek in ieder geval laten huilen .’



Zelf omschrijft hij zijn stijl als romantisch, gemodelleerd naar het epische optimisme van klassieke Hollywoodfilmers als Frank Capra, Howard Hawks en John Ford. Niet toevallig de makers van de cinema uit zijn jeugd, een periode waarnaar Spielberg naar eigen zeggen altijd is blijven terugverlangen. De naïeve onschuld, de ontvankelijkheid en fantasie – het zijn elementen die een rode draad vormen in zijn oeuvre. Denk maar aan de vredelievende aliens in Close Encounters of the Third Kind en E.T., het vriendelijke hiernamaals in Always, het verlangen om altijd jong te blijven in Hook en A.I..

Natuurlijk, hij maakte ook een aantal bepaald onkinderachtige oorlogsfilms, maar ten diepste heeft Spielberg altijd iets gehouden van een opgewonden fanboy , die vindt dat je niet te hoogdravend moet doen over inhoud en kwaliteit. Als ( uitvoerend) producent overzag hij talloze kermisfilms, van Gremlins tot Twister en Transformers, en als filmgek probeert hij geen zomerblockbuster over te slaan.

‘Vaak zie ik zo’n film een paar maanden na de release,’ vertelde hij in een interview, ‘en dan denk ik: wat zat iedereen nu te zeuren, dat was lang niet slecht. Als ik me tijdens een film heb vermaakt, zal ik die niet afdoen als dom of oppervlakkig.’

Robopocalypse

En dus gaat de regisseur, 66 inmiddels, vrolijk verder met het leveren van popcornamusement. Zo suggereert een bezoekje aan de Internet Movie Database althans, waar Spielberg als producent wordt gekoppeld aan vervolgen op Transformers, Jurassic Park en Tintin, en als regisseur aan de sf-thriller Robopocalypse en een vijfde Indiana Jones-avontuur. Tegelijkertijd lijkt de ingetogenheid van Lincoln geen toevalstreffer.

Op de vraag waarom de film zo weinig beelden van de Burgeroorlog bevat, antwoordde Spielberg in het programma 60 Minutes: ‘Op dit punt in mijn carrière zou ik in mijn slaap nog actiescènes kunnen regisseren. Ik ben eigenlijk behoorlijk uitgekeken op actie.’

In dat licht was het interessant om begin januari te vernemen dat de releasedatum van Robopocalypse (oorspronkelijk gepland voor april 2014) voor onbepaalde tijd wordt uitgesteld, omdat Spielberg het reeds voltooide script (van Lost-schrijver Drew Goddard) alsnog wil aanpassen.

De geplande spektakelfilm moet wat hem betreft een kleine, persoonlijke vertelling worden; daar gaat hij zich de komende maanden op toeleggen. Een intiem drama over een apocalyptische robotopstand: klinkt wat vergezocht, maar met het bewonderenswaardig beheerste Lincoln in gedachte zou het zomaar kunnen werken.