Tijdens de kerstdagen hoor je fijne films te kijken, met een positieve boodschap, waarin de hoofdpersoon belangrijke levenslessen leert en een beter mens wordt. Warme chocolademelk erbij, hartverwarmend.

Maar soms heb ik zin in iets sterkers dan chocolademelk, dan wil ik een borrel. En kijk ik, zelfs tijdens de kerstdagen, liever naar films vol bloederig geweld.

Een film over een stoere vechtersbaas is het masculiene equivalent van een chick-flick. En heeft ongeveer tegenovergestelde wetten. Belangrijk is dat er niet veel gepraat wordt, en dat de emotie er niet al te dik bovenop ligt.

In Ridley Scotts Gladiator weet generaal Maximus natuurlijk precies dat hij al twee jaar en 264 dagen van huis is. En mist hij zijn familie vreselijk. Maar nu heeft hij andere prioriteiten! Zijn vijfduizend manschappen kleumen in de bevroren modder van Germania.

Door het voortdurende gevaar zijn Maximus en zijn soldaten, en later in de film: Maximus en zijn mede-gladiatoren, vrienden van me geworden. Sterker nog, broers. Want als je tot de dood moet vechten ben je blij dat je maten naast je staan. Een gevoel van: Wij tegen de rest van de wereld. Aanvalluh! Dat is wat Gladiator uitdraagt.
Is dat een foute boodschap? Vast. Het is hetzelfde gevoel als voetbalhooligans zullen hebben, of motorbendes: een onvolwassen en primitief stammengevoel. Een gevoel waar alleen ellende van komt. Toch laat ik me er tussen alle kerstzoetigheid graag even door meeslepen, en juich ik, stiekem inwendig, als Maximus en zijn vrienden bloederig gehakt maken van hun tegenstanders.

Gladiator: woensdag 2 januari, 20:30 uur, RTL 7