Er heerste stilte in de zaal nadat Abdellatif Kechiche’s Black Venus
afgelopen september op het festival van Venetië was vertoond. Wat had men
zojuist gezien? Aanklacht of exploitatie? Had de regisseur door het tonen van
deze racistische geschiedenis morele grenzen overschreden? Of voelden de
toeschouwers terecht aan dat de film hen tot medeplichtige had gemaakt in iets
wat ze nog niet helemaal konden bevatten? Wat had de regisseur van het
succesvolle
La graine et le mulet hen geflikt?
Een van de vele erfenissen
van de Hollandse ondernemersgeest is het waargebeurde verhaal van Saartje
Baartman, dat Kechiche bewerkte tot Black Venus. Baartman (1779-1815) was een
zwarte Zuid-Afrikaanse vrouw die in 1810 door de Brit Hendrick Caezer naar
Londen werd meegenomen onder het voorwendsel dat ze daar als artiest beroemd zou
worden.
Abdellatif Kechiche maakte het confronterende Black Venus over de Zuid- Afrikaanse Saartje Baartman die begin negentiende eeuw als de Hottentot Venus in Europa optrad. Een meesterwerk.
Beroemd werd ze, maar niet zoals Saartje gehoopt had . Caezer presenteerde haar op kermissen als de Hottentot Venus, een wilde, half dierlijke verschijning met enorme billen en schaamlippen, een freak kortom voor het publiek om zich aan te vergapen.
Later, in Frankrijk, had Baartman met pornografische optredens bescheiden succes bij de Parijse elite. Toen haar populariteit daalde, kwam ze in de prostitutie terecht en niet lang daarna stierf Baartman aan een geslachtsziekte en longontsteking. Nadat Franse wetenschappers haar lichaam hadden onderzocht, concludeerden ze dat rassen met gecomprimeerde schedels inferieur zijn aan het blanke ras.
Pseudowetenschap
De geschiedenis van Saartje Baartman is niet zomaar een verhaal. Baartman groeide uit tot een icoon, een symbool voor de koloniale onderdrukking en het door pseudowetenschap gerechtvaardigde racisme van de toenmalige Europese grootmachten. Baartmans hersenen en genitaliën waren tot 1974 als curiosa opgesteld in het Musée de l’Homme in Parijs. Na de verkiezingswinst van 1994 verzocht Nelson Mandela Frankrijk de lichamelijke resten terug te geven aan Zuid-Afrika. Dat gebeurde uiteindelijk in 2002, waarna Sarah Baartman op Zuid-Afrika’s Nationale Vrouwendag op 9 augustus van dat jaar in haar geboortestreek werd herbegraven.
Het is geschiedenis, maar voor Abdellatif Kechiche is het evenzeer een verhaal van deze tijd, vertelde hij in interviews. Niet alleen omdat Saartje tot ver in de twintigste eeuw tentoongesteld was, maar ook omdat populistische Franse politici opnieuw de gelijkheid van rassen in twijfel trekken en daarvoor opnieuw pseudowetenschappelijke argumenten aanvoeren, verwijzend naar het recente publieke debat en de uitzetting van Roma. Kechiche wilde naar eigen zeggen wijzen op een minder glorieus verleden dat niet eens zover achter ons ligt.
Het publiek in Venetië was verdeeld over Black Venus. Te lang, oordeelden veel critici toen de film afklokte op twee uur en veertig minuten. ‘Ja, ja, we begrijpen het, we zijn medeplichtig,’ verwees de filmcriticus van The Financial Times naar het koloniale racisme en de beschuldigende vinger waarmee Kechiche de film volgens hem doordrenkt had.
Maar dit is hoe het cinematografische meesterwerken aanvankelijk vaak vergaat: a) ze worden te lang bevonden en b) ze worden niet meteen begrepen. Meesterwerk is een groot woord, maar Black Venus zal bewijzen dat predicaat waard te zijn. Zonder twijfel zal het over een jaar een van de beste films van 2011 blijken te zijn. Dat klinkt voorbarig, en ja, de film bevat fouten. Maar zoals de Amerikaanse criticus Pauline Kael ooit zei, ‘meesterwerken hebben altijd weeffouten’.
Slepende misère
De lengte van de film is doelbewust gekozen. Het is een middel op het publiek op de proef te stellen. De slepende misère van Saartjes leven komt dichterbij door het fysieke ongemak die de lengte en de herhalingen van de vernederende scènes opleveren. Het is een manier om het publiek los te schudden uit het gemakzuchtige anderhalfuurformat dat het gewend is.
Maar de grote confronterende kracht van Black Venus schuilt in iets anders. En het is die kracht die het publiek in Venetië ongemakkelijk heen en weer deed schuiven en die de film groot zal maken.
Ook wij, de toeschouwers, kijken. We kijken, eerst vanuit de veilige afstand van de bioscoopstoel, naar het historische verhaal van Saartje Baartman. We zien het Britse en Franse publiek zich vergapen aan haar lichaam, hun vernederende, gefascineerde en soms vertederende blikken gericht op haar rondingen en bewegingen.
De film begint rustig en het kost even tijd om te
beseffen waar we precies naar kijken. Maar naarmate Kechiche meer van Saartje
laat zien, de scènes met de rauwe beelden langer laat duren, en wij steeds meer
beseffen dat we niet alleen naar Saartje maar ook naar actrice Yahima Torre
kijken, die zich voor ons, de kijkers, blootgeeft, worden ook wij dat
verontruste, gefrustreerde en ergens gefascineerde publiek dat we op het scherm
zien.
Ook wij hebben die vernederende, zelfs parasiterende blik. En
dat is precies wat Kechiche wilde. Hij heeft de toeschouwer tot medeplichtige
gemaakt. Dat lukt tegenwoordig nog maar zeer weinig films, want de moderne
kijker heeft alles al eens gezien. Of bekeken, in elk geval.
Ongemakkelijk
Niet zozeer maakt Kechiche ons medeplichtig aan
het racisme, hoewel dat een belangrijk thema van de film is en ergens
waarschijnlijk in ieders blik verscholen ligt. Nee, medeplichtig aan het kijken
, aan het zich vergapen aan spektakels waarin anderen zichzelf tonen, soms veel
meer dan ze zelf zouden willen. Ook al kent iedereen, zoals een personage in de
film aanvoert, het verschil tussen spektakel en werkelijkheid.
Black Venus laat over dat alles geen gemakkelijke conclusies toe. Het is niet
alleen de kijker die zich schuldig maakt aan het verlekkerde kijken, of Kechiche
die de actrice in zekere zin Saartje Baartmans vernederingen opnieuw laat
ondergaan. Saartje, in een rechtszaak de vraag gesteld of ze door haar manager
misbruikt wordt, antwoordt dat dat niet het geval is. Ze verdient er immers geld
mee en ergens ziet ze zichzelf nog steeds als artiest en koestert ze nog steeds
de droom om door te breken.
Dat kunnen slechts woorden zijn,
uitgesproken door iemand die onder druk staat. Maar Kechiche laat dat in het
midden. Hij wil juist niet alleen maar de beschuldigende vinger wijzen, zoals de
criticus van The Financial Times beweerde. Saartjes motieven blijven duister.
Waar we precies naar kijken, is dan ook niet zo eenvoudig te zeggen en die
ambiguïteit maakt de film zo fascinerend en ongemakkelijk.
Volgens
Kechiche gaan al zijn films over dat kijken. Niet alleen in de betekenis van
voyeurisme, maar over het kijken als interpretatie, als denken te weten hoe de
wereld in elkaar zit. Hij zoekt naar het verschil tussen de individuele en de
collectieve blik. Gaan mensen anders kijken wanneer ze samen zijn? En hoe dan?
Die vragen maken Black Venus tot veel meer dan een historische film. Media, ook
dit artikel, voeren volgens de regisseur voortdurend druk uit om op een
bepaalde manier te kijken. Daarom is het nodig dat kijken te onderzoeken. En dat
is volgens Kechiche een voortdurende strijd waarin hij nog steeds geen
antwoorden gevonden heeft.