Begin jaren 90 beleefde de Chinese vechtfilm zijn verlate intocht op prestigieuze Westerse kunstfilmfestivals. In Rotterdam wordt er nu een heel programma aan gewijd: Water Tiger Inn.

dfsdf

adsasdasd

Ashes of Time Redux (2008, Wong Kar Wai)
Er was eens een Chinese televisieserie die ons, schoolknaapjes van de jaren 70, aan de buis gekluisterd hield. Iedere episode van Lin Chung en de rebellen van Liang Shan-Po, deed ons op het schoolplein het verhaal navertellen. ‘En toen gaf Lin Chung wel tien man een pak op z’n sodemieter!’ ‘En toen zat de bende in het nauw !’ ‘En toen kwam de kleine dikke met de superslag!’ ‘En toen…!’ Het fanatiek naspelen van een scène kostte je, als je pech had, een voet in je ribbenkast of een mep in je nek. Snel leerden we dat tussen tv-fu en schoolplein-fu een significant verschilletje zit.

Ah, de jaren 70, prachtdecennium van de buurtbioscoop. Die bracht ons wekelijks matinees en nachtvoorstellingen met genrewerk, ook van Chinese martial arts-films. Afgeragde 35mm-kopieën, gortdroge Engelse dubbing, beeld en geluid niet zelden asynchroon, versleten fauteuils en plakvloeren – die nu verdwenen wereld was een halfdonker verlengstuk van de straat. En ja, ‘kung fu’ was voor het arbeidersvolk; tot zulk ordinair amusement verlaagde de hogere klasse zich uiteraard niet. Met het door de TROS op de televisie uitgezonden Lin Chung zoefde het genre, graag verguisd door hen die er zelf nog nooit een film van hadden gezien, echter opeens iedere Nederlandse huiskamer binnen. Dat het genre wuxia pian heet leerden we pas veel later. Maar een cultserie en een fascinatie waren geboren.

Krijgshaftig en ridderlijk
Sinds die legendarische tv-uitzendingen in 1977/’78 beleefde de Chinese martial arts-film zijn neergang, stervensuur, wederopstanding, verjongingskuur en choreografie-export naar Hollywood. En, begin jaren 90, jawel, zijn verlate intocht op prestigieuze Westerse kunstfilmfestivals. Hoe het oudste filmgenre in de Chinese filmhistorie – de eerste titel werd kort na 1900 gedraaid – zich door de voorbije eeuw heeft geslagen en zich in het overaanbod van multimediaal amusement nog altijd fier staande houdt, daarvan valt tijdens het IFFR 2011 uitvoerig kennis te nemen. Water Tiger Inn heet het Signals-themaprogramma waarin wuxia (wu = krijgshaftig , xia = ridderlijkheid) uit alle periodes sinds de jaren 20 zijn samengebracht.

Come Drink With Me (King Hu, 1966)

Die titel verwijst, behalve naar de havenstad en het festival, naar een archetypische locatie in wuxia-verhalen : de herberg. Dat is in zo’n beetje in iedere klassieker de plek der 1001 intriges. Struikrovers en beurssnijders, spionnen en lichtekooien, vagebonden en handelsreizigers, dignitarissen en huurlingen plus alles wat daartussen zit – de taveerne is voor alle personages de pleisterplaats tijdens reizen langs gevaarlijke routes in afgelegen streken. Wanneer de Held, of zoals zo vaak in wuxia pian, de Heldin er arriveert vertragen de minuten en stijgt de spanning. De vraag is dan ook niet óf er iets staat te gebeuren, maar wát en in welke mate . Gnuivend wrijft de intrigant zich in de handen, zweetdruppeltjes parelen op des herbergiers onderlip, kirrend fladderen de nachtvlinders hun vertrekken in. En dan, zwaardbroeders en –zusters, breekt de hel los. Er is waarschijnlijk in de wereldcinema geen grotere ontlading van adrenaline aanwijsbaar dan dat moment in de wuxia. Kijk, daar wordt de eerste van een absurd contingent schurken door de nobele verdediger van rechtvaardigheid genadeloos over de kling gejaagd. Tot aan de kaderranden dansen leven en dood hun psychotische wals.

Van de genreklassieker Come Drink With Me (1966, King Hu) tot en met de hedendaagse topper House of Flying Daggers (2004, Zhang Yimou) zijn de herbergepisodes artistiek-ambachtelijke wondertjes van dramaturgie, choreografie en mise en scène. Geheel in stijl is er tijdens het IFFR een heuse herberg ingericht. De festivalreiziger kan er speuren naar een geheimzinnig document van de wuxia- meesterregisseur King Hu (1931-1997).

House of Flying Daggers (Zhang Yimou, 2004)


Eenlingenheroïek
Dankzij Water Tiger Inn krijgt de IFFR-ganger de unieke gelegenheid om dit type genrecinema op een echt filmdoek te zien. Buiten de immer avontuurlijke Melkweg Cinema in Amsterdam, die vaker klassiekers en obscura vertoonde, is de Chinese martial arts-film immers in Nederland louter nog een zaak voor de genrecinefiele thuiskijker. Fans van de Shaw Brothers-klassiekers (‘in ShawScope!’) en Golden Harvest-toppers mogen zich verheugen op grootbeeldvertoningen van de bottenbreker King Boxer (1972, Cheng Chang-ho), de furieuze zwaardvechtersepic Duel to the Death (1983, Ching Siu-tung) en Executioners from Shaolin (1976). Laatstgenoemde film werd geregisseerd door Lau Kar-leung, choreograaf, acteur en inspirator van een martial arts-school met diverse dependances in de wereld.

In het gelikt geschoten opus Ip Man (2008) vertolkt martial arts-coryfee Donnie Yen de titelgevende rol van de legendarische vechtkunstvirtuoos (1893-1972). Ip Man, tevens leraar van Bruce Lee, treedt in de traditie van mythische volkshelden als Wong Fei-hung en Fong Sai-yuk aan tegen een machtige agressor, hier de Japanse bezetter. Genretypisch lopen historische feiten/figuren en romantische eenlingenheroïek ongegeneerd door elkaar. Het verwondert geenszins dat de communistische despoten in Peking wuxia op de ‘Neen!’-lijst zetten. Het gepeupel zou maar ideeën krijgen van die rebelse feuilletons, boeken en films over weerbaarheid van het individu gecombineerd met hogere wapen-/krijgskunst. Die wijsheid had de Partij slinks geleend van hun ideologische antipoden, de puissant rijke keizerlijke voorgangers uit de Ming- en Qing-dynastieën.

Cinematografisch en choreografisch liggen er werelden tussen de meer naturalistische gevechtsweergave van heel vroeger jaren en de Newton- zwaartekrachtwetten tartende luchtfietsers in bijvoorbeeld de Hong Kong-New Wave -films van de jaren 80. Werkelijke duivelssprongen en springveersalto’s van getrainde vechtkunstenaars versus aan dunne staalkabels rondzwiepende acteurs en stuntmensen: voor beide benaderingswijzen valt iets te zeggen. Ook de diversiteit van de geheel met Oosterse filosofieën vervlochten vechtstijlen is fascinerend. Dat alles levert in het eclectische Water Tiger Inn-programma mooie contrasten op. Kijk naar het pure Red Heroine uit 1929 en naar de fantasy- doordrenkte toverbal Zu: Warriors from the Magic Mountain uit 1983 - uitersten in het genre en toch bloedverwant. En dan is er nog de NL-première van Reign of Assassins. Dit spektakel onder co-regie van Su Chao-pin en John Woo , met Michelle Yeoh als spijtoptante uit een moordenaarssekte, zal connaisseurs en genrenovices broederlijk-zusterlijk samenbrengen. Kortom: een filmfeestje-in- een-filmfeest dreigt, daar in de Rotterdamse taveerne De Watertijger. Boeren, burgers, buitenlui: komt allen. Maar weest op uw hoede, reiziger, de herbergmuren hebben oren en ogen...

Holland Doc 24 tijgert met het IFFR mee en besteedt van 22 tot en met 28 januari extra aandacht aan Aziatische vechtsporten in de themaweek Kung Fu en andere vechtkunst. Met verschillende documentaires over wuxia-sterren en -makers. Voor meer info: http://www.hollanddoc.nl/live/kung-fu-en-andere-vechtkunst.html