Tijdens het WK een voetbalfilm uitbrengen lijkt een eitje, maar blijkt eenvoudig noch lucratief. Voetbalfilms worden, ondanks het miljardenpubliek tijdens het WK, zelden kaskrakers.

Groep A: Zuid-Afrika, Mexico, Uruguay en Frankrijk
Mocht Zuid-Afrika dit jaar wereldkampioen worden, dan komt er vast snel verandering in, maar vooralsnog is het daar armoe troef wat voetbalfilms betreft . Wordt er al een sportfilm gemaakt (Clint Eastwoods Invictus), gaat ie over rugby, nota bene de sport van de blanke Afrikaners. Ook Uruguay – filmdwerg met jaarlijks vier tot zes nieuwe films – is in deze poule geen serieuze kanshebber.
De strijd gaat dus tussen Frankrijk en Mexico, en dan valt op dat Frankrijk, toch wereldkampioen in 1998, bijna geen voetbalfilms produceert. De belangrijkste bijdrage is nog wel het portret van stervoetballer Zinédine Zidane. In Zidane, un portrait du 21e siècle volgen 17 camera’s in ‘realtime’ de verrichtingen van Zidane tijdens de competitiewedstrijd Real Madrid – Villareal op 23 april 2005. Maar hoe mooi gefilmd ook, dit is meer conceptuele kunst dan speelfilm, zodat Mexico poulewinnaar wordt. Daar werd immers het charmante Rudo y Cursi gemaakt. Met in de hoofdrollen de twee belangrijkste Mexicaanse acteurs van het moment, Gael Garcia Bernal en Diego Luna, als twee voetballende broers die voor rivaliserende teams uitkomen.

Groep B: Argentinië, Nigeria, Zuid-Korea en Griekenland
Eitje voor topfavoriet Argentinië. In Nigeria maken ze aan de lopende band goedkoop geproduceerde films (en daar zullen vast ook wel voetbalfilms tussen zitten), maar die bereiken het westerse publiek niet. In Zuid-Korea is er inmiddels, na de vierde plaats in 2002, wel een Guus Hiddinkstadion in miljoenenstad Gwangju, maar een Guus Hiddinkfilm is er nog niet. En ook de Grieken, Europees kampioen in 2004, zijn niet trots genoeg op hun voetballers om daar een hele film aan te wijden.
Blijft over Argentinië. Met een tweetal films over voetbalheilige Diego Maradona (Maradona, la mano di Dio en El camino de San Diego) en verschillende films waarin voetbal het decor is van de bloedige politieke geschiedenis van het land. In Croniqua di una fuga wordt een keeper gekidnapt, en in Oscarwinnaar El secreto de sus ojos wordt een seriemoordenaar bij de kladden gegrepen tijdens een wedstrijd van de Albicelestes.

Groep C: Engeland , Verenigde Staten, Algerije en Slovenië
De eerste echt spannende poule. Niet vanwege het filmaanbod uit Algerije en Slovenië, maar vanwege de opvallend hoge productie voetbalfilms uit de VS. Daar bestaan hele subgenres over typisch Amerikaanse sporten als honkbal, football en basketbal, elk met de eigen wetten en clichés. Maar ook op het gebied van de voetbalfilm willen ze nogal eens een poging doen. Soms met redelijk succes, zoals John Hustons sterrenfilm Escape to Victory, waarin een clubje krijgsgevangenen in plaats van te ontsnappen liever een wedstrijd tegen de Duitse be- wakers speelt. Soms met tenenkrommend resultaat, zoals in de kinderfilms Just for Kicks en Soccer Dog: The Movie. Opvallend is dat in de vs de voetbalfilm vaak gelijk staat met familiekomedie. Leuk spelletje, maar niet voor volwassenen (en al helemaal niet voor echte mannen). Vandaar dat Engeland uiteindelijk toch gemakkelijk eerste wordt in deze poule. Een kleine greep uit de indrukwekkende reeks Britse voetbalfilms: There Is Only One Jimmy Grimble, Bend It Like Beckham, The Match, Goal!, Hooligans, Looking for Eric, The Damned United.

Groep D: Duitsland, Australië, Servië en Ghana
Duitsland, uiteraard. Maar zoals gebruikelijk bij gebrek aan beter. Want al is het aantal voetbalfilms in Duitsland op één hand te tellen, dan nog blijven ze de concurrentie makkelijk voor. Met dank aan de verwaarloosbare films Das Wunder von Bern, over het verrassend door Duitsland gewonnen WK in 1954 (3-2, na 0-2 achter, tegen het Hongarije van de legendarische Puskás), en Männer wie wir, over een homoteam dat het opneemt tegen een elftal hetero’s .

Groep E: Nederland, Denemarken, Japan en Kameroen
Laten we eerlijk zijn, ook niet zo’n sterke poule. Je zou denken dat de frank en vrij voetballende Denen wel eens een voetbalfilm gemaakt hebben, maar blijkbaar botste dat met de strenge Dogmaregels, want vooralsnog blijven de Denen op nul steken. En dat is ongeveer even veel als Japan en Kameroen, zodat Oranje op zijn sloffen doorgaat. We noemen slechts All Stars, In oranje, De Zwarte Meteoor en Maarten de Vos’ prachtige documentaire Nummer 14, Johan Cruijff.

Groep F: Italië, Paraguay, Nieuw-Zeeland en Slowakije
En weer gaat een groot voetballand verder. Italië maakt gehakt van de andere drie, die niet opgewassen zijn tegen klinkende voetbalfilms als Italia-Germania 4-3, waarin de ontmoeting tussen Italië en Duitsland tijdens het WK in 1970 wordt overgespeeld; Anche libero va bene, over een alleenstaande vader die wil dat zijn zoontje gaat zwemmen, maar uiteindelijk concludeert: ‘ook libero is goed’; en Ultrà, over de (bloeddorstige) fans van AS Roma.

Groep G : Brazilië, Noord-Korea, Ivoorkust en Portugal
Voetbal is oorlog , en daar lijkt Noord-Korea wel mee uit de voeten te kunnen, maar voetbalfilms zijn daar nog niet van de officieel goedgekeurde band gerold. En ook Ivoorkust doet (nog) niet mee. Wat de strijd beperkt tot moederland Portugal en kroonkolonie Brazilië. En niet alleen voetballend is Brazilië (vijf keer wereldkampioen, tegen Portugal nul) de voormalige heerser voorbijgestreefd, ook wat voetbalfilms betreft heeft Portugal weinig in te brengen. Want terwijl Brazilië op de proppen komt met O Ano em Que Meus Pais Saíram de Férias, dat zich afspeelt tijden het in Brazilië gehouden WK van 1970, en een heuse biopic over het ‘kleine vogeltje’ Garrincha, kan Portugal daar weinig tot niets tegenover stellen.

Groep H: Spanje, Honduras, Zwitserland en Chili
Geen verrassingen in deze poule. Terwijl Honduras ooit vier dagen oorlog voerde met El Salvador vanwege een misgelopen WK-kwalificatie in 1969, is die gebeurtenis nooit vereeuwigd in een speelfilm. Ook Zwitserland en Chili doen voor de vorm mee in deze poule, makkelijk gewonnen door topfavoriet Spanje (bij het echte WK ), dat dan toch een handvol voetbalfilms heeft geproduceerd. Waarvan La gran final en Días de fútbol nog de minst onbekende zijn.

FINALE
De winnaar uit de bovenste helft – Mexico, Argentinië, Engeland, Duitsland – laat zich raden. De Britten zijn met afstand het trotst op ‘hun’ voetballers, en laten dat veel en graag blijken in hun speelfilms. Ook de winnaar uit de onderste helft is geen verrassing: Nederland. Weer een finale, want geen van de concurrenten kan op zoveel voetbalfilms bogen als Oranje. En dan hebben we nog niet eens alle voetbalverwijzingen in de films van Eddy Terstall meegerekend.
En wie wint de finale? Hoewel Nederland een goeie poging doet, zijn onze All stars en zwarte meteoren in oranje niet opgewassen tegen de sterren van Made in Brittain ( Tim Roth), Bend It Like Beckham ( Keira Knightley) en Looking for Eric ( Eric Cantona). Zijn we er weer ingetuind!