Hoe een jong Amsterdams bratpack uit het niets de bioscoop haalt met de gladde tienerfilm Sterke verhalen

Middernacht in een Amstelveens zwembad. Een poppenspeler ligt onder een plastic ligstoel, met zijn hand in een nep-pinguïn. Bovenop hem zit een meisje wijdbeens in bikini, haar handen kroelend over de pinguïnborst.

‘ Playback!’ De soundtrack van Kraak & Smaak galmt over het kinderbad. Meer bikinimeisjes, ingesmeerd met olie, voeren het beest druiven en wuiven met de bladeren van een kamerplant. Grijnzend kijken de aanwezige jongens toe, de vrienden van rapper Omar Dahmani met grote ogen. ‘Dit komt niet op TMF hoor,’ zegt Lotte, figurantencoördinator en vriendin van regisseur Teddy, ‘na tienen misschien.’

Ik ben op de set van de videoclip voor de film Sterke verhalen. Mijn zwembroek is mee, ik sta stand-by als figurant en dronk al stiekem wodka in de meisjeskleedkamer. Ik wil voelen hoe het is om mee te doen aan een film die is gebouwd op een vriendengroep. Er heerst de sfeer van een reünie, de cast en de crew zijn weer bij elkaar, een krap jaar na de opnames. Ze weten sinds kort dat de film uitkomt in de Pathé-bioscopen en de stemming is uitgelaten. Op de rand van het zwembad staat een tupperwarebakje met nepkots klaar.

Pretentieloos
Vers van de middelbare school, afgewezen door de filmacademie in Amsterdam en net gestart aan de Metropolitan Film School in Londen, begonnen Kees van Nieuwkerk (22) en Teddy Cherim (22) te schrijven aan een film. Niets artistieks of hoogdravends, maar een pretentieloze komedie voor tieners. In hun krappe Londense flat idealiseerden ze hun Amsterdamse leven.



Ze combineerden aangedikte verhalen uit hun nog nauwelijks afgesloten jeugd voor het script. Het zou ertoe leiden dat hun beide vriendenkringen volledig verweven werden. Kees en Teddy hebben al hun vrienden en connecties ingezet en uitgebuit om de film te realiseren, als acteurs, art- en casting directors, setdressers, runners, chauffeurs en adviseurs, en meestal als van alles tegelijk. ‘Aan het einde waren de vrienden op,’ zegt Teddy.

Haast iedereen die bij de film betrokken werd werkte belangeloos mee, professionals als de cameraman en de opnameleidster werkten voor een lager tarief. Het budget van 90.000 euro ging vooral op aan brandstof, catering en een custom-made animatronics-pinguïn. Een ‘ kleine regen’ werd gesponsord en een rits bn’ers draafde op, zoals Hans Kesting, Pierre Bokma, Halina Reijn en Youp van ’t Hek in een rol als scheidsrechter.

‘Zoals het nu ging gaat het nooit meer,’ waarschuwde producent Martin Lagestee de jonge regisseurs. Lagestee, studievriend van Kees’ moeder, nam hen mee naar het filmfestival van Cannes en was een mentor voor ze. Het ontstaan van Sterke verhalen was mogelijk door de talentvolle hoofdstedelijke vriendenkring van de makers – en een enkele beroemde ouder. Kees: ‘We zijn bevoorrecht, maar dat moet je gewoon gebruiken.’

Modeshoot
De makers van deze jeugdfilm spreken zelf nog de taal van het schoolplein, met een geclaimde gemiddelde leeftijd op de set van twintig jaar. Voor de doelgroep van 12- tot 18-jarigen valt de film handig te promoten. Het jonge publiek kent de acteurs, onder wie Matthijs van de Sande Bakhuyzen en Achmed Akkabi al uit bijvoorbeeld kinderserie Spangas en Carry Slee- verfilmingen. Kees, columnist voor meidenblad Fancy, organiseerde voor het februarinummer een modeshoot met alle acteurs. Een logisch promotiemiddel is Hyves, waar scholieren hun neus nog niet voor ophalen, terwijl de makers zelf meer thuis zijn op Facebook.

‘Het voelde of ik m’n eindexamen had gehaald,’ zegt Teddy. ‘Wat een lange zit was dat,’ zegt Kees. Voor de proefvertoning in Pathé de Munt voor 120 tieners hadden ze zich moed ingedronken . Het was tergend om per seconde te merken wat aansloeg en wat niet. Maar de uitslag was goed. Aalgladde acteur Manuel Broekman pikte na afloop voor de bioscoop een meisje uit het publiek op dat hem herkende. En Pathé ging met ze in zee.

Provincie
Het heeft iets ergerlijks, zo ’n zelfingenomen club die nog iets voor elkaar krijgt ook. Gelukkig is de grootstedelijke arrogantie een thema geworden in de film, die dicht op de huid van de makers zit. ‘Het staat buiten kijf dat wij onszelf heel cool vinden,’ zegt Kees. ‘maar in de film wint uiteindelijk de provincie en krijgen de Amsterdammers op hun neus.’



Boerenknaap Dennis, gespeeld door een Marokkaan (Achmed Akkabi), trekt naar de grote stad, wil vrienden maken en wordt verliefd, maar moet een pinguïn stelen om erbij te horen. ‘Op de middelbare school mochten sommige mensen echt niet in mijn groepje,’ bekent Teddy. ‘De film is zo gemaakt dat je erbij hoort als je hem gezien hebt,’ voegt Kees verstandig toe.

Volgens Teddy heeft de film hem alleen maar meer vrienden opgeleverd. Ook Isis Cabolet, actrice en vriendin van Kees, verzekert me dat de film geen vriendschappen kapot gemaakt heeft. ‘Dit is het mooiste project waaraan ik heb meegewerkt. Dat je niet betaald wordt maakt iets speciaals los,’ zegt acteur Géza Weisz, waarna hij zich op zijn knokkels begint op te drukken samen met collega-acteur Manuel om zich op te fokken voor de volgende opname. Artdirector Anna van ’t Hek ontmoette op de set haar vriendje, een productieassistent. ‘Het leek alsof er een engeltje op de schouder van deze film zat. Dit was een van de allermooiste dingen die we ooit beleefd hebben, een wervelstorm.’

Teddy en Kees zijn allebei blut, na twee jaar aan hun film werken zonder bijbaantjes, elke draaidag afsluitend in het café. Eventuele opbrengsten worden volgens een puntensysteem onder de medewerkers verdeeld.

Zwemband
‘Doe de pinguïn, doe de pinguïn, doe de pinguïn.’ Kees , Teddy en de cameraman staan tot hun knieën in het golfbad. ‘Ik ben een filmster bitch, wie de fuck ben jij?’ rapt Omar vanuit een zwemband. Met prikkende ogen springen we in pinguïnstand op en neer voor de zoveelste take. Het daglicht komt plotseling veel minder zonnig dan de schijnwerper binnen. Buiten breekt een grauwe zondagmorgen aan. De discobol op de zwembadrand draait door.