Gouden Beer-winnaar Tropa de elite is controversieel en polariserend. José Padilha toont de moord- en martelpraktijken van de Braziliaanse elite-eenheid BOPE.

Berlijn, 16 februari 2008. De verzamelde filmpers is met stomheid geslagen. Hoe kon de jury uitgerekend aan Tropa de elite van de Braziliaan José Padilha de Gouden Beer toekennen? De film, over de paramilitaire politie-eenheid BOPE, was wel spannend, meeslepend en goed gemaakt, maar het hele werkje riekte onfris.

Verschillende recensenten, onder wie Jay Weissberg, de gezaghebbende criticus van het vakblad Variety, noemden de film ‘fascistisch’. Een enkeling ontwaarde zelfs een heus complot. De invloedrijke producent Harvey Weinstein, baas van de Weinstein Company, het bedrijf dat de film wereldwijd distribueert, zou de jury onder druk hebben gezet. Dat laatste is overigens niet erg aannemelijk, want de jury stond onder voorzitterschap van oudgediende Costa-Gavras. En Costa-Gavras, maker van onafhankelijke, links-politieke films als Z, Missing en Amen, is geen man die zich voor karretjes laat spannen.

Tropa de elite is ontegenzeglijk een polariserende film. De Batalhão de Operações Policiais Especiais (BOPE) is een speciale politie-eenheid die mag opdraven als de gewone politie het niet meer aankan. En dat komt nogal eens voor, want de politie in Rio de Janeiro, waar Tropa de elite zich afspeelt, wordt neergezet als ineffectief en corrupt. BOPE is vooral actief in de zeventig favela’s (= krottenwijken) van Rio, waar drugsdealers de dienst uitmaken.

Wat de film zo controversieel maakt, is de manier waarop Padilha de strijd tussen BOPA en drugsdealers verbeeldt. Hij laat ons toe in het hoofd van BOPA-kapitein Nascimento. In een vermoeide voice over geeft die commentaar op de ellende en rottigheid die hij om zich heen ziet. In de favela’s, maar ook onder de politie . Zijn enige trots is de BOPA-eenheid die onder zijn leiding staat. Daar is nog kameraadschap en eergevoel, en maken politieke spelletjes en corruptie geen kans .

Dat de BOPE moordt en martelt om achter ‘de waarheid’ te komen, is voor Nascimento geen probleem. Hij heeft veel meer last van de angstaanvallen , die – zo suggereert de film – het gevolg zijn van een aanstaand vaderschap, en de druk van zijn vrouw om BOPE te verlaten.



Door ons door de ogen van Nascimento te laten kijken zou Padilha bewust sympathie voor hem opwekken, zeggen de tegenstanders van de film. In Berlijn liet de regisseur weten verbaasd te zijn over deze conclusie. Want waarom, redeneerde hij, is het geen probleem als Martin Scorsese de kijker meeneemt met een gewelddadig maffialid in GoodFellas, maar is het wel een probleem als hij het zelfde doet, maar dan met een gewelddadige politieman? En daar heeft hij natuurlijk een punt.

Bovendien verbaasde Padilha zich over het politieke etiket – fascistisch – dat de film al snel kreeg opgeplakt. ‘In 2002 maakte ik Bus 174 [een indrukwekkende documentaire uit 2002 over een arme jongen uit de favela’s die een bus kidnapt– red.]. Daarin vertelde ik het verhaal vanuit het perspectief van de jongen, een uiterst gewelddadige jongen van de straat. Ik liet zien hoe slecht hij was behandeld door de staat, hoe hij in de gevangenis inelkaar geslagen was, en dat dit mede verklaarde waarom hij zo geworden was. Iedereen zei toen: “Die Padilha is een linkse activist, een communist!” Nou doe ik het zelfde met een politieman , en nou ben ik ineens een rechts-radicaal.’

Padilha benadrukte dat hij alleen maar wilde laten zien ‘wat er gebeurt op plaatsen waar niemand ooit komt kijken, en dat doe ik op een plek waar mensen wel komen kijken, in een bioscoopzaal.’

Padilha had het sowieso nooit goed kunnen doen, want in Tropa de elite krijgt iedereen er van langs. De BOPE, waarvan we weerzinwekkende martelmethoden te zien krijgen (een plastic zak is nooit meer hetzelfde), de corrupte politie, de drugsdealers, maar ook de goedbedoelende maar naïeve leden van de ngo’s die in de favela’s opereren, en de wiet rokende studenten, die volgens de film de drugsdealers financieren.

Vooral dat laatste was tegen het zere been, maar Padilha nam daar in interviews niets van terug. ‘Het stadsgeweld in Brazilië wordt gezien als een privéoorlog tussen criminelen en drugsdealers. De middenklasse plaatst zichzelf ergens aan de zijlijn. Maar natuurlijk hebben zij er ook mee te maken. Als je wiet koopt van een gewapende bende die een arme wijk controleert, dan betaal je mee aan de wapens van die drugsdealers. Of je het wil of niet, als gebruiker ben je onderdeel van dat proces.’



In Tropa de elite trekt Padilha het deksel van zoveel beerputten dat de kijker in verwarring achterblijft. Want waar staat de maker? En waar heeft hij zijn hoop op gericht?

Het simpele antwoord op die vragen is: Wat doet het ertoe? Het gaat er om waar de kijker staat. Die moet zelf de conclusies trekken uit wat Padilha als de werkelijkheid presenteert. Een filmwerkelijkheid, die erg dicht bij de echte werkelijkheid blijkt te liggen. Want in alle commotie over de film heeft het waarheidsgehalte nooit ter discussie gestaan. Het is daar echt zo erg.

Tropa de elite is gebaseerd op het gelijknamige boek uit 2006, dat de socioloog Luis Eduardo Soares schreef samen met twee ex-leden van de BOPA, André Batista en Rodrigo Pimentel. Regisseur Padilha huurde BOPE-officieren in om op de set toe te zien op de authenticiteit. Naar verluidt grepen die meermaals in toen de acteurs de plastic zakken, die tijdens het martelen over de hoofden van de ‘ ondervraagden’ worden getrokken, verkeerd vasthielden. De film werd op locatie opgenomen in vijf verschillende favela’s, onder zulke levensechte omstandigheden , dat de bewoners dachten dat ze keken naar de opnamen van een documentaire.

Tropa de elite is in eigen land een fenomeen. Nog voordat de film vorig jaar in première ging op het filmfestival van Rio de Janeiro, hadden al miljoenen mensen hem gezien. Een illegale kopie was terechtgekomen op dvd en verspreide zich via de talloze straathandelaren, de zogenoemde ‘camelas’, razendsnel onder de bevolking. Het illegale succes stond legaal succes overigens niet in de weg, want inmiddels hebben al bijna drie miljoen Brazilianen de film in de bioscoop gezien.

Tel daar de ruim tien miljoen mensen bij op die de film op dvd zagen, en het is begrijpelijk dat er een televisieserie in de maak is, dat kinderen – ook in de favela’s – hele stukken dialoog uit het hoofd kennen, en dat de stampende hiphopmuziek uit de film in de hitparades belandde.

Hoofdrolspeler Wagner Moura, die overigens vóór legalisering van marihuana is, is in Brazilië dankzij de film even beroemd als Romario en Ronaldinho. Maar er is ook een keerzijde. Kinderen spelen martelscènes na en plaatsen de filmpjes op internet, de fictieve BOPE-kapitein Nascimento is een volksheld geworden, en er schijnen BOPE-poppetjes te zijn, compleet met BOPE-embleem (een schedel gespietst op een zwaard, gelegen bovenop twee gekruiste pistolen), die gretig aftrek vinden in de speelgoedwinkels. En dat kan toch nooit Padilha’s bedoeling zijn geweest.