De lat lag hoog na de Oscar voor La grande bellezza, maar met opvolger Youth komt de Italiaanse regisseur Paolo Sorrentino toch erg dichtbij.

Youth is Sorrentino's tweede Engelstalige film (na het veel minder geslaagde This Must Be the Place uit 2011). En dat heeft als onprettige bijkomstigheid dat er geen plaats is voor Toni Servillo, Sorrentino's huisacteur, die toch zo onvergetelijk was als Bellezza's cynische romanticus Jep Gambardella.

Servillo's plek wordt in Youth overigens vakkundig ingenomen door de Britse oudgediende Michael Caine, die met zijn naar achteren gekamde grijze haar opvallend veel lijkt op Gambardella.

Caine speelt de hoogbejaarde Britse componist Fred Ballinger, die ooit furore maakte als schrijver van de ' Simple Songs' en nu zijn nadagen slijt in een luxe kuuroord in Zwitserland. Net als zijn vriend Mick Boyle (Harvey Keitel), een ooit gevierde Amerikaanse filmregisseur.

Beiden leven al jaren voorbij de houdbaarheidsdatum, maar terwijl de cynische Ballinger daar vrede mee heeft en is gestopt met componeren, blijft Boyle geloven in een comeback en werken aan zijn magnum opus.

Youth draait vooral om die twee oude vrienden en de manier waarop zij omgaan met ouder worden, maar heeft ook oog voor de andere , veelal vreemde badgasten van het kuuroord. Zoals de door Paul Dano gespeelde Amerikaanse acteur Jimmy Tree, die tot zijn eigen chagrijn vooral herinnerd wordt vanwege één bepaalde rol, die van robot in de hitserie Mister Q. Of de nooit met name genoemde, moddervette voetballer Diego Maradona, gespeeld door lookalike Roly Serrano. 

Grappig detail: vooral de Amerikaanse filmjournalisten blijken Maradona niet te herkennen. Jay Weissberg van Variety, bijvoorbeeld, omschrijft zijn personage als 'een dikke man met een Jezushanger en een enorme tatoeage van Karl Marx op zijn rug'. Maar de scène waarin 'de dikke man' bijna achteloos minutenlang een tennisbal hooghoudt laat voor de ware voetballiefhebber natuurlijk niets aan duidelijkheid te wensen over. 

De bonte verzameling bijfiguren, de eindeloze reeks prikkelende aforismen in het door Sorrentino zelf geschreven scenario, de nadrukkelijk prachtige composities van vaste cameraman Luca Bigazzi, en het dominante (maar heel geslaagde) gebruik van muziek maken van Youth een nogal barokke ervaring. 

Af en toe is het echt iets te veel van het goede. Maar liever te veel, dan te weinig.