Twee scènes zorgen ervoor dat Philippe Claudels Une enfance aanzienlijk aan kracht verliest. Eén: een overbodige en tegen budgetprijzen geanimeerde scène met een vlinder en een wesp die nog eens even vet aanzet wat al duidelijk was. Twee: het einde.

Jammer, want voor het zover is, blijkt de vierde film van schrijver/regisseur Claudel een passend sober, rauw drama over een helse kindertijd – ook al pretendeert Une enfance iets rauwer te zijn dan hij werkelijk is. Voor Claudel is het een opvallende koerswijziging na de middenklasseperikelen en sterrencast van Il y a longtemps que je t'aime en Avant l'hiver, en de gepatenteerde, koele blik van Kristin Scott Thomas. Al bleef de thematiek dezelfde: de afstand tot mensen die dichtbij zouden moeten staan.
 
Omdat het verhaal verteld wordt door de ogen van de twaalfjarige Jimmy, bedient Claudel zich van een lossere stijl en hier en daar een dromerig impressionisme. Zeker als Jimmy zich weer eens uit lijfsbehoud terugtrekt wanneer de handen van zijn moeders junkie-vriendje te dichtbij komen. Maar Claudel blijft een realist. Je proeft bovendien dat het hier om een persoonlijk verhaal gaat. Niet alleen doordat de maker voor het eerst zelf opduikt, in de rol van een tennisleraar die verklaart dat ze het bij hem thuis vroeger ook niet breed hadden. Ook omdat Une enfance zich afspeelt in Claudels geboorteplaats Dombasle-sur-Meurthe, ergens tegen de grens met Duitsland.


 
Jimmy's moeder en het vriendje met de losse handjes liggen het grootste deel van de tijd uitgeteld op de bank. Blowend en zuipend, maar ook, zoals je steeds vermoedt maar pas laat te zien krijgt, spuitend en slikkend. Omdat zij het niet doen, voedt Jimmy zijn jongere broer op. Hij doet de boodschappen, hij zorgt dat Kevin op tijd naar bed gaat. Op zich al genoeg drama, maar Claudel gooit er ook nog wat gedwongen prostitutie bij in, en een overbodige scène waarin Jimmy's echte vader even komt aanwaaien . Daar staat echter veel goeds tegenover. Angelica Sarre's ontroerende rol als hun liefdevolle maar verslaafde moeder. Alexi Mathieu als de stoere maar natuurlijk ook kwetsbare jongen die als enige in het gezin verantwoordelijkheid neemt.
 
Maar waarom geeft Claudel dit realistische portret zo'n optimistische en groteske draai aan het eind? Dat verandert dit universele verhaal over een beroerde jeugd plotseling in een geromantiseerde fictie, en haalt daarmee alles wat eraan voorafging toch een beetje onderuit.