Regisseur Robert Zemeckis maakte klassiekers als Who Framed Roger Rabbit, Forrest Gump en Cast Away en liet met zijn verbeeldingskracht generaties filmliefhebbers wegdromen bij de tijdreizende DeLorean uit Back to the Future. Met het waargebeurde verhaal rondom koorddanser Philippe Petit, dat wonderlijker is dan menig fictieschrijver zou kunnen bedenken, weet hij minder goed raad.

Bij zijn blockbuster-bewerking van het persoonlijke verhaal van een Franse kunstenaar heeft Zemeckis nogal wat ongelukkige keuzes gemaakt. Te beginnen bij zijn hoofdrolspeler. Toen in 1985 Back to the Future zo goed als klaar was bleek dat de opnames met Eric Stoltz als Marty McFly niet werkten. Er werd besloten de acteur te ontslaan, Michael J. Fox aan te trekken en de helft van alle scènes opnieuw op te nemen, met een gigantische bioscoophit als gevolg. Dat gegeven blijft door je hoofd spoken vanaf het moment dat hoofdrolspeler Joseph Gorden- Levitt in The Walk in beeld verschijnt als Philippe Petit.

Hoog op het Vrijheidsbeeld begint Gordon-Levitt met dik aangezet Frans accent en grootse armgebaren uit te leggen hoe hij in 1974 zijn 'artistieke coup' pleegde: de wandeling over het koord dat hij spande tussen de toen nog onvoltooide torens van het World Trade Center. De arrogantie en hyperactiviteit die Gordon-Levitt tentoonspreidt sluiten netjes aan bij die van de werkelijke Petit, die in de Oscar-winnende documentaire Man on Wire uit 2008 zelf al eens zijn verhaal vertelde. De bevlogenheid van de Fransman, en de motivatie om zijn droom uit te voeren, kan de acteur echter nooit voelbaar maken. Met holle maniertjes en karikaturaal acteren zet hij een onuitstaanbare windbuil neer. Ondertussen is het moeilijk voor te stellen waarom zijn vriendin en handlangers ondanks zijn gedrag aan zijn zijde blijven.



Dan kun je altijd nog de lucht in. Er zullen weinig waargebeurde verhalen zijn die zich beter lenen voor een visueel spektakel, en met widescreen-beelden en 3D-effecten weet Zemeckis inderdaad een aantal duizelingwekkende scènes uit de computers te toveren. Toch verwacht je van de man die al in de jaren tachtig auto's en skateboards kon laten vliegen meer dan wat er uiteindelijk te zien is. Als Petit in de finale op onwaarschijnlijke hoogte op de smalle strook tussen leven en dood balanceert, blijft het camerawerk relatief statisch, terwijl je juist dan dynamische perspectieven zou verwachten.

Zemeckis weet nooit helemaal de juiste toon te vinden voor het verhaal. Het hele thrilleraspect, inclusief inbraken, fraude en andere illegale praktijken, wordt afgezwakt en onderbenut. Zo houdt de regisseur regelmatig in waar hij groots had kunnen uitpakken en slaat hij op andere momenten juist door met slapstickachtige scènes en opzichtig sentiment rond de nagedachtenis aan het World Trade Center.

Wil je een ontroerende, spannende en grappige versie van Petits verhaal zien, en bovendien wat meer begrijpen van de psyche van de Fransman, kijk dan niet naar The Walk, maar naar het op alle fronten superieure Man on Wire.