In de openingsbeelden van de thriller Rendez-vous wordt een man in de boeien geslagen en afgevoerd door de gendarmerie – vertraagd, om het enorme drama nog maar wat te benadrukken. Vervolgens springt de film zes maanden terug in de tijd en zien we dezelfde man en vrouw met hun twee kindertjes richting Frankrijk karren. Non non rien n'a changé, zingen Les Poppys op de geluidsband.

Aangekomen op de plaats van bestemming blijkt het huis dat zij, Simone (Loes Haverkort), van haar moeder heeft geërfd een bouwval. Sterker: het mag dan Le petit paradis heten, het is compleet onbewoonbaar; er is geen elektriciteit en geen stromend water. Het stel lijkt sowieso niet erg goed voorbereid: Frans spreken ze nauwelijks, de kinderen zijn een blok aan hun been.

Maar het moet gezegd: de verse expats Simone en Eric (Mark van Eeuwen) zitten niet bij de pakken neer. Bij hun werkzaamheden krijgen ze hulp van Peter (Peter Paul Muller), een gescheiden Nederlandse aannemer die al jaren in het pittoreske Franse dorpje woont. ‘Je zult er geen spijt van krijgen,’ zegt Peter nadat ze hun samenwerking met een ferme handdruk hebben bekrachtigd. De kijker weet wel beter…

Rendez-vous is een verfilming van de gelijknamige oestrogeenthriller van succes-schrijfster Esther Verhoef uit 2004 (325.000 exemplaren verkocht, genomineerd voor de NS Publieksprijs). Marjolein Beumer en Dorien Goertzen verwerkten het tot een script, dat werd verfilmd door Antoinette Beumer (De gelukkige huisvrouw, Loft, Jackie, Soof).

Rendez-vous begint als een (trage) variatie op Help, mijn man is klusser! en Ik vertrek. Naarmate de verbouwing langer duurt, krijgt Simone het echter steeds warmer van Michel (Pierre Boulanger), een jonge, bloedmooie Franse bouwvakker, die ze eerder al tegen het begeerlijke lijf was gelopen in de plaatselijke supermarkt. Dan moet Eric ook nog terug naar Nederland, omdat zijn moeder ziek is – de voorzienigheid speelt sowieso een belangrijke rol in Rendez-vous.

Er zitten een paar machtige helikoptershots in Rendez-vous, maar die vallen net zo uit de toon als de fijne muziek van Stromae (Alors on danse, Formidable en Tous les mêmes natuurlijk, met rendez-vous in het refrein). Veel spannends gebeurt er ook al niet; het handjevol clous wordt onderstreept en herhaald. Rendez-vous moet het eigenlijk alleen hebben van de broeierige sfeer.