Net als bij zijn twee succesvolle korte films Summer en Spring put de Cambodjaans-Britse regisseur Hong Khaou ook voor zijn speelfilmdebuut uit eigen ervaringen. Het resultaat is een intiem en ingetogen drama over de lastige band tussen een geïmmigreerde Chinees-Cambodjaanse vrouw en een Engelse jongeman, die elkaar leren kennen tijdens de rouw om dezelfde persoon.

Junn ( Cheng Pei-pei) is ooit met haar familie gevlucht naar Londen, maar heeft nooit de taal kunnen leren. Als na haar echtgenoot ook haar zoon Kai (Andrew Leung) overlijdt is haar enige manier om te kunnen communiceren met de rest van de wereld plotseling weg. Richard ( Ben Whishaw) trekt zich dat aan en zoekt daarom contact met haar, al weet hij dat ze geen fan van hem is en dat ze niet op de hoogte was van het feit dat hij en Kai geliefden waren.

Whishaw weet het diepe verdriet van zijn personage prachtig vorm te geven, met een breekbaar uiterlijk – mager, voorover gebogen, trillende lippen, tranen net achter zijn ogen. Met zijn pogingen contact te maken met de stugge moeder van zijn ex-geliefde lijkt hij dan ook te vragen om ellende. Maar terwijl de verschillende culturen en temperamenten botsen – niet op een total loss-manier, maar meer met kleine deukjes en krassen – blijkt Richard veerkrachtiger dan zijn voorkomen doet vermoeden.

Hong Khaou kiest niet voor groots drama. Hij houdt de ontwikkelingen subtiel en legt de nadruk op de dialogen en interactie tussen een handjevol personages. Zo wordt Junn nog het hof gemaakt door Alan ( Peter Bowles), een bejaarde Brit, en huurt Richard Vann (Naomi Christie) in om te kunnen tolken tussen de verschillende partijen. In deze interessante micro -studie van communicatie blijkt de ene relatie op te bloeien doordat de taalbarrière wordt weggenomen, terwijl de andere succesvoller was toen die nog op non-verbale middelen steunde.



Flashbacks en fantasieën lopen door het heden heen en vormen dromerige sequenties. Junn en Richard halen herinneringen op aan Kai, en steeds als een gebeurtenis opnieuw beleefd wordt door een van de twee, verschilt die miniem van de vorige keer. Vooral Junn denkt vaak terug aan de laatste ontmoeting met haar zoon, en bij elke versie vervagen er meer details. Ook in gedachten begint Kai haar te ontglippen.

De hele film ademt een droeve melancholie, aangezet door de inzet van minimale muziek, de beelden van besneeuwde landschappen en het gebruik van een beperkt kleurenpalet. Lilting is daardoor een fraaie, maar helaas wel net wat te trage en monotone meditatie over communicatie, verlies en liefde.