In stripverfilming Kingsman: The Secret Service speelt Colin Firth deftige geheim agent die een jong straatschoffie onder zijn hoede neemt. Gezamenlijk nemen ze het op tegen een superschurk die op rigoureuze wijze het broeikaseffect poogt op te lossen.

'De spionnenfilms van tegenwoordig zijn zo serieus,' jammert geheim agent Harry Hart (codenaam Galahad) halverwege Kingsman: The Secret Service. 'Doe mij maar een lekker vergezocht plot.' Weemoedig denkt hij terug aan de dagen dat James Bond nog een gentleman was, met een arsenaal aan ontploffende vulpennen en multifunctionele horloges, in plaats van de rouwdouwende vechtersbaas van tegenwoordig.

Hart (heerlijke rol van opper-gentleman Colin Firth) is zelf dan ook een spion van de oude stempel. Samen met een select groepje aristocratische heren vormt hij het geheime Kingsman-genootschap: een onafhankelijke organisatie die als moderne Ridders van de Ronde Tafel over het Britse koninkrijk (en de wereld ) waakt. Hun harnas is een deftig pak. En hun meest geliefde wapen een paraplu: kogelwerend schild en geweer in één.

Als een van de Kingsmen tijdens een missie om het leven komt (doodsoorzaak: doormidden gespleten door een vlijmscherpe beenprothese) krijgen de overgebleven spionnen de taak een aspirant -lid te nomineren. Geheel tegen de traditie in neemt Hart geen vooraanstaande Oxford- of Cambridge-student onder zijn hoede, maar straatschoffie Eggsy.

Diens transformatie van joyridende schoolverlater tot volwaardige Kingsman — ' net als in My Fair Lady', aldus Eggsy — vormt het hart van de film. Maar natuurlijk is er ook een superschurk, in de persoon van knettergekke internetmiljardair Valentine, gespeeld door een slissende Samuel L. Jackson. In het geheim werkt hij aan een nogal rigoureuze oplossing voor het broeikaseffect.

Mocht de plotbeschrijving het nog niet hebben weggegeven: Kingsman is een stripverfilming, gebaseerd op de gelijknamige graphic novel van Mark Millar en Dave Gibbons uit 2012. Geregisseerd door de Brit Matthew Vaughn (Stardust), die vijf jaar geleden ook al Millars Kick-Ass verfilmde.

Die bejubelde superheldenparodie, met onder meer een tienjarig vloekend en moordend meisje in de hoofdrol, werd door sommige critici als moreel verwerpelijk bestempeld. En ook Kingsman, geschoten in dezelfde hyperkinetische stijl, is niet bepaald geschikt voor tere zieltjes. De afgehakte ledematen en ontploffende hoofden vliegen weer door de lucht. Het achterwerk van een Zweedse prinses speelt een prominente rol in de explosieve laatste akte. En de meest briljante scène bestaat uit een doorgedraaide Firth (een nieuwe actieheld is geboren) die eigenhandig tientallen religieuze fanatici in een Amerikaanse kerk afslacht.

Wie al niet kon lachen om Kick-Ass, is bij Kingsman dan ook aan het verkeerde adres. Maar de rest wacht een fantastische, groteske ode aan de klassieke spionnenfilm, vol cinefiele knipogen (let vooral op de talloze Star Wars- verwijzingen), vet aangezette actiescènes en sadistische humor.

Meer over Kingsman: The Secret Service