Op de poster van Into the Woods staat Meryl Streep als een blauwharige heks die zich tussen takkenbossen verschuilt. Niet gek, want zij is het beste dat de film – die zich overwegend in een sprookjesbos afspeelt – te bieden heeft: overal waar zij komt betovert ze, met haar spel. Ze kreeg er dan ook een Oscarnominatie voor.

In en om het bos zijn verschillende sprookjes van de gebroeders Grimm ( Roodkapje, Assepoester, Jaap en de bonenstaak, Rapunzel) door elkaar gehusseld. Met als kapstok een origineel verhaal van een bakker en diens vrouw die, om een kind te kunnen krijgen, de heks tevreden moeten stellen met vier items: een witte koe, een rode cape, een gouden schoentje en een haarlok zo blond als mais . Mais ja. Wat nog eens de wortels van de film verraadt, die in de Verenigde Staten liggen, bij de gelijknamige Amerikaanse musical uit 1986. Om te vinden wat ze wensen, moeten alle personages het verraderlijke bos in.

De enige die een idee lijkt te hebben van waar het naartoe gaat, is de heks, die steeds onverwacht opduikt als een mobiele routeplanner. Wat er verder rond de overdosis personages gebeurt is een postmoderne potpourri, op alle vlakken. De cast is een even grillige hutspot van sterren (Meryl Streep, Chis Pine, Emily Blunt) als van minder bekende gezichten, aangevuld met wat kids – want het is immers een Disney-familiefilm. De decors ogen als zwaar aangezette plaatjesboeken, maar worden gemixt met buitenopnames die daar bleekjes bij afsteken.



De inzet varieert van theatraal tot melodramatisch, maar is bovenal nogal kolderiek. Johnny Depp heeft – bedoeld of onbedoeld – met zijn krijtstreep-pak-met-hoed meer weg van Michael Jackson in de Smooth Criminal-clip dan van een Grote Boze Wolf. De prinsen (Chris Pine en Billy Magnussen) geven in leren pak met ontblote borst en geföhnd haar een soap- showtje weg dat te veel uit de toon valt om tot z'n recht te komen.

Qua moraal kan de film ook al niet kiezen: die varieert van platitudes als ' iedereen maakt fouten', via iets over vergeving tot het uiteindelijke 'niet iedereen vindt hetzelfde'. Maar wat misschien nog wel het vreemdst is, is dat de film een hele reeks kansen op CGI-effecten laat liggen. In het theater is dat begrijpelijk, maar hier kan het alleen maar duiden op gebrek aan budget. Ter vergelijking: Alice in Wonderland had vier keer het bedrag van Into the woods ter beschikking.

Toch is het grootste euvel het gebrek aan een kloppend hart; de enige bij wie dat wel klopt, is de heks. Van mij mag ze die Oscar hebben.